Daar lezen we ook, dat De Worf in het Zutphense rampjaar 1572 in de pro
blemen kwam. Graaf Willem van den Berg viel De Graafschap binnen en nam
op 10 juni bij verrassing Zutphen in. Bij die gelegenheid werd met het klooster
Galilea ook De Worf verwoest. De reactie van de Spanjaarden liet niet lang op
zich wachten: op 16 november hebben ze Zutphen weer heroverd, nadat zij een
bres hadden geschoten bij de Nieuwstadspoort. Daarna zou Zutphen zijn uitge
moord, maar na de recente publikaties van Scholten2 en Van den Hombergh3
moet dat ernstig worden betwijfeld. De burgerbevolking is niet echt niet uitge
moord! Gedurende een aantal jaren heeft De Worf in puin gelegen, maar in
1575 gaf Aegidius de Monte, bisschop van Deventer, toestemming de leproserie
te herbouwen met behulp van de stenen van het klooster Galilea, op voorwaar
de, dat de heilige plaatsen van het klooster door een muur zouden worden om
geven en op de plaats van het klooster een kapel zou worden gebouwd.4 Dat
is ook gebeurd, maar het blijkt, dat die kapel niet zo'n heel lang leven bescho
ren is geweest.
In 1591 werd Zutphen door Prins Maurits eindelijk voor goed van de Span
jaarden verlost. Die nieuwe kapel van De Worf werd kennelijk niet getolereerd,
want op 15 februari 1592 wordt in het Memoriën- en Resolutiënboek van de
stad Zutphen genoteerd, dat de stad in ruil voor de stenen en de leien van de
kapel twee waren, het recht twee koeien te weiden op stadsgrond, ter beschik
king stelde van De Worf.5 Maar over de leproserie zelf wordt niets gezegd. Ook
Gimberg en Van Veen zeggen daar niets over. Enig speurwerk leverde de oplos
sing van deze vraag. In het Memoriën- en Resolutiënboek van de stad over
15966 lezen we in de maanden april en mei diverse notities over reparaties van
fortificaties en aanleg van nieuwe. Welk materiaal daarvoor werd gebruikt le
ren de stadsrekeningen over hetzelfde jaar7: van mei tot juni werd aan diverse
lieden betalingen gedaan voor het vervoer van stenen van De Worf naar buiten
de Nieuwstadspoort. En dat was de poort waar de Spanjaarden in 1572 die bres
hadden geschoten! Ongetwijfeld zal men al wel eerder reparaties hebben uit
gevoerd, maar waarschijnlijk zijn die provisorisch geweest en modernisering
was evenzeer noodzakelijk. En zo werd De Worf dus in 1596 afgebroken om
met de stenen de muren van de stad te herstellen. Niet dat de voorraad daar
door was uitgeput, want zeven jaar later worden er nog eens 13.000 stenen van
daan gehaald voor reparaties aan de muren bij de Laarpoort en elders. Ook
worden 'seckere graeven aldaer ut den grondt gehouwen' en opgeslagen op de
plaats waar het Meiszhuis' (de Burgerzaal) gebouwd zal worden. En dat was
dus het einde van De Worf.
Maar waar bleven de leprozen, die in die tijd hier 'melaten' heetten? Of er nu
al of geen oorlog was, Reformatie of geen Reformatie, er zou toch wel wat voor
de melaten moeten gebeuren. Het zal mogelijk in die tijd zijn geweest, dat er
63