J. VAN DER KLUIT
Iedereen heeft wel eens gehoord van lepra, melaatsheid, lazarusziekte of hoe
men deze ziekte ook maar wil noemen. In de bijbel Leviticus 13 en 14 -
wordt er al over gesproken. Maar de ziekte die daar wordt beschreven is duide
lijk een andere dan de infectieziekte, die wij tegenwoordig lepra noemen en die
onze bijbelvertalers in de 17de eeuw vertaald hebben met het woord melaats
heid. Dit woord is weer een verbastering van het Franse 'mal de Ladre', de ziek
te van Lazarus. Men meende namelijk dat de zieke man uit de gelijkenis van
Jezus in Lucas 16 met lepra was behept. Een veronderstelling waar geen enkele
grond voor is, maar zo ging dat in de Middeleeuwen. Het woord Lepra is weer
afkomstig uit de geschriften van de beroemde Griekse medicus Hippocrates
(460-377 v.C.) en de vertalers van de Septuaginta (de Griekse vertaling van het
Oude Testament) gebruikten dit woord bij hun vertaling van Leviticus. Maar
de ziekte, die Hippocrates daarbij beschrijft lijkt evenmin op lepra uit onze
tijd. Hoe het zij, de naam is in gebruik gebleven.
De melaatsen worden in de bijbel aan strenge hygiënische maatregelen onder
worpen. Zij worden ondermeer uit het kamp geweerd en moeten buiten de le
gerplaats blijven. Eeuwen lang heeft men deze patiënten op grond van dit voor
schrift uitgestoten uit de gemeenschap, hoewel de ziekte niet eens zo erg
besmettelijk is. Toen de lepra zich langzaam van het verre oosten naar West
Europa uitbreidde, werden overal maatregelen getroffen om enerzijds de pa
tiënten te helpen, anderzijds de bevolking te beschermen tegen de gevaren. Ook
al was de ziekte niet zo erg besmettelijk, de gevolgen zijn voor een lepra-patiënt
afschuwelijk, zeker in de tijd toen behandeling nog niet mogelijk was. Zwellin
gen, verlammingen en verminkingen boden vaak een afgrijselijk aanblik. Van
tal van heiligen is bekend, dat zij zich in weerwil van de gevaren wijdden aan
de verpleging van melaatsen. En toen men leproserieën ging bouwen (buiten de
stad!) om de patiënten te verzorgen en ook om te veelvuldige contacten met ge
zonden te voorkomen, werden die vaak gewijd aan heiligen, die daarvoor in
aanmerking kwamen.
In Zutphen ontstond in de 14de eeuw een leproserie aan de noordzijde van de
weg naar Warnsveld, ongeveer op de plaats, waar nu de begraafplaats ligt.
Vlak daarbij, iets verder van de weg, lag het klooster Galilea. Die leproserie
61
WAT GEBEURDE ER MET DE WORF