[UIT DE KRANT GEKNIPT]
'Onze vroegere stadgenoot, de heer Jo Spier, de bekende tekenaar van de
"Tel.", is met den journalist Johan Luger op zoek geweest naar "den echten
Nederlander". Natuurlijk hebben zij dien niet gevonden. Zij zijn ook in Zut-
phen geweest. En daarvan vertelt Luger nu in zijn blad volgenderwijs:
"Wij gingen dien dag tot Zutphen en sliepen in een vaderlijk hotel, ieder in
een fraai Empire-bed met vorstelijke zuilen. Als ik zeg slapen dan bedoel ik dat
niet zoo. Er stond naar het scheen bij ieder bed een carillon en om het halve
en het heele uur speelde dit vaderlandsche wijzen, aldus den gasten niet meer
tijd gunnend om te slapen dan telkens acht en twintig minuten.
Den eersten keer kijk je verrast op en je dankt Zutphen voor die aardige at
tentie en deze vriendelijke herinnering aan een grooten gouden tijd, toen heel
Nederland met zingende klokken naar bed ging. Dan sluimer je weer in en ter
wijl het voor je gevoel is alsof je drie minuten geslapen hebt, staat weer de bei
aardier voor je bed en galmt in kloeke tonen zoiets als "Wij leven vrijwij leven
blij...".
Als ze dan toch niet slapen kunnen, laven ze zich aan bedwelmenden drank.
In den morgen - zoo gaat het verhaal voort 'dalen wij als schimmen af naar
de ontbijtkamer en een vriendelijke hoteldirecteur vraagt hoe wij geslapen heb
ben. - Zie onze gelaten! zeggen wij. Uw carillon loopt gelijk! Kan dat ding
's nachts niet fatsoenlijk naar bed gebracht worden? Loop ik soms 's nachts te
kraaien of te blaffen? Bestaat er niet zoo iets als burengerucht?
Dat is de traditie. Menschen die daarvan niet slapen kunnen, hebben
slechte gewetens. En als u slaapt, dan hoort u het niet en als u wakker ligt, hoe
kan het dan uw slaap storen? Ik meen het niet - ik ben ironisch - vroeger
werd het carillon 's nachts stil gezet - nu niet meer
- Waarschuwt u ons wanneer het weer stil staat, zeggen wij. Dan komen
wij onze verloren slaap inhalen.'
(Uit: Zutphensche Courant9 april 1931)
60