De discussie is nog niet afgerond. Mijn conclusie tendeert naar een grafelijke kerk. Daarvoor spreken veel argumenten. Ze volgen hier, inclusief het argu ment van mevrouw Maris, waarmee ze het proefschrift van De Vries op dit punt weerlegt.5 Wat nogal dwingend in de richting van een grafelijke kerk wijst is het feit dat de graaf de kanunniken van het kapittel benoemde. De posten die vrijkwamen werden door hem al lang van tevoren vergeven.6 Pas in 1468 kreeg de stad Zut- phen het recht drie van de twaalf kanunniken aan te wijzen.7 De aanwijzing moest dan toch nog door de graaf met zijn collatierecht worden bekrachtigd. De proost werd ook door hem benoemd en niet gekozen door de kanunniken.8 Dat is helemaal uniek en na de twaalfde eeuw eigenlijk in strijd met het cano nieke recht. In 1298 protesteerden de kanunniken daartegen. Het enige dat ze bereikten was het recht de deken van de kerk uit hun midden aan te wijzen. De ze moest priester zijn.8 De proost trad al in de oudste oorkonden als getuige op.9 Leden van het ka pittel, inclusief de proost, traden op als hoogste ambtenaren van de graaf: ze werden tolheer aan de IJssel, kanselier van Gelre, of inquisiteur namens de her tog. In Deventer vulden de kanunniken zelf bij toerbeurt hun eigen college aan en ze kozen hun proost. De oude grafelijke kern van Zutphen met de imposante St. Walburgskerk rond 1975 (Collectie Gemeentearchief). 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1991 | | pagina 4