OUD-ZUTPHEN, TIJDSCHRIFT VAN DE HISTORISCHE VERENIGING ZUTPHEN
TIENDE JAARGANG, NUMMER 1, MAART 1991
Inhoud: L. W. Lensen, De Walburgskerk; een bisschoppelijke of een eigen kerk van de heren van
Zutphen Wetenswaardigheden Jhr. mr. R. C. C. de Savornin Lohman, Een kadesteen in het
licht van de stadsgeschiedenis van Zutphen Chris Schriks, Monumentenzorg in kort bestek I
L. W. LENSEN
DE WALBURGSKERK
EEN BISSCHOPPELIJKE KERK OF EEN
EIGEN KERK VAN DE HEREN VAN ZUTPHEN?
Dit artikel kan worden gezien als een vervolg op het verhaal 'Mars en Over-
mars' gepubliceerd in Oud-Zutphen.1 Het gaat nu over een andere strijdvraag
die in Geschiedenis van Zutphen nog niet werd opgelost, maar waarover toch
wat meer te zeggen valt.
Was de bisschop van Utrecht de stichter van de Zutphense kerk of een Heer
van Zutphen, zoals zijn opvolger, de graaf van Gelre, zo'n drie eeuwen later,
in 1298, beweerde in een geschil met het kapittel?
In Geschiedenis van Zutphen2 wordt in deze kwestie de knoop niet doorge
hakt. Er wordt alleen verwezen naar de opvattingen van prof. B. H. Slicher van
Bath, die een bisschoppelijke kerk veronderstelde en mevrouw A. Johanna Ma-
ris, die meer voelde voor een grafelijke kerk.3 Er had aan kunnen worden toe
gevoegd dat prof. R. R. Post in zijn proefschrift Eigen kerken en het bisschop
pelijk gezag in het bisdom Utrecht tot de XIIIeeuw, ook kiest voor een grafelij
ke kerk.4
1