deleeuwse geschiedenis. Van grote invloed was het boek van Helen Waddell
The Wandering Scholars. Ook van blijvende invloed was de kennisname van
de middeleeuwse mystiek. Onderstaande beschrijving, genomen uit een auto
biografisch essay uit 1987, als H. C. ten Berge Informatie bijgevoegd bij een
heruitgave in één deel van de novellen 'Zelfportret met witte muts' en 'Mat
glas', licht dit toe:
Een onderwerp dat me sinds mijn schooljaren bezighield vond zijn wor
tels in de Middeleeuwen, een periode die destijds allerminst in de belang
stelling stond. Opzienbarende en meeslepend geschreven studies a la
Montaillou bestonden niet of nauwelijks, enkele knappe geschriften uit
de jaren twintig niet te na gesproken. Vooral de twaalfde en dertiende
eeuw hadden mijn belangstelling; het waren eeuwen waarin ik zonder
gids of leidraad ronddoolde. Ik rook en snuffelde aan alles wat ik tegen
kwam. Huizinga, natuurlijk - maar hij schreef over het herfsttij terwijl
mij de eerste bloei aantrok: die van minnezangers, filosofen en katharen,
troubadours, vaganten, mystiekers en muzikanten. Behalve door de laat-
sten werd ik het diepst getroffen door de mystici wier werk getuigde van
een grote helderheid en kracht. Onder hen bevond zich een dichteres die
mij onmiddellijk voor zich won, vanaf de eerste regel van het eerste vers
dat me onder ogen kwam.
Ay, al es nu die winter cout,
Cort die daghe ende die nachte langhe,
Ons naket saen een somer stout,
Die ons ute dien bedwanghe
Schiere sal bringhen -
Dat was Hadewijch! Wie anders? Haar bedwongen felheid en tempera
ment waren eeuwen later nog even invoelbaar als tijdens haar leven. Haar
poëzie ging dwars door mij heen en liet me ademloos achter. Waar waren
zulke regels toen vandaan gekomen? Haar Strofische gedichten behoor
den voor mij tot de meesterstukken van de Europese literatuur, uniek in
de Nederlanden van die tijd en daarna slechts zelden geëvenaard. Mijn
bewondering kende maandenlang, goddank, geen grenzen.
Het winterse element klinkt door in titels van poëziebundels. Ten Berge geniet
ook bekendheid als verzamelaar en herverteller van mythen en fabels van noor
delijke volken.
Terug naar de historische aspecten. Vooral kronieken vormen een bron voor
94