duurd met boeketjes of met een ingeweven damastpatroon. Het museum heeft er voorbeelden van. Eigenaardig is de japon van lichtroze tafzij. De stof is vroeg 18de-eeuws, de vorm laat 18de-eeuws. Met name de twee flapjes of 'bas ques' aan het lijfje vóór en de ver terugwijkende rok van de japon dateren de japon als laat 18de-eeuws.13 Niet alleen rijk in vorm, maar ook in stofpatroon en versiering is de japon van blauw, wit en roze geruite zijde met een ingeweven damastpatroon van bloemen en guirlandes, waartussen veelkleurige borduursels van bloemen, bla deren en stengels.14 De kleuren van het borduurwerk zijn nog heel helder en vooral het zwart in het hart van de bloemen valt op (afb. 5). I s 1 afb. 4. Haken en ogen van vest panden van japon V3118 Het vereist vakmanschap bij zo'n rijk dessin het patroon goed uit te laten komen en tegelijkertijd zo efficiënt mogelijk van het materiaal gebruik te ma ken. Dat het hier goed gelukt is tonen de achterkant van de japon, waar mid denachter als spiegelas fungeert, en de voorkant waar de platte plooien op het lijf en de rok eikaars spiegelbeeld zijn. '"iltmlüi! i tmmjmf jfmh.; ;«jp lif !i:i HRnfhiit tti afb. 5. Dessin van japon V442 81 ttli*ti tt t f T+ f 4 4' nU m 44 ...llij. l i J i 44VbkV#J J ttt+frf ff m M.4. tik*.».I.I m w p PI

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1990 | | pagina 31