Waarom wilde Leopold zijn naam veranderen? Zelf heeft hij altijd beweerd
dat hij zijn verzoek had gemotiveerd met de last die hij ondervond van steeds
maar te worden verward met een andere advocaat De Haes. Generaties lang
heeft de familie in dit verhaal geloofd. Het was dan ook bepaald een verrassing
voor één van zijn nazaten, een kleinkind van een kleinkind, toen een paar jaar
geleden in oude correspondentie een opmerking gevonden werd die op een an
der motief duidde. Hij ging zoeken in het Zutphense stadsarchief. Daar ver
wees men hem naar het gerechtelijk archief van Haarlem waar hij de stukken
van de rechtbank vond. Was Leopolds ware motief het verbloemen van zijn af
stamming geweest?
De ontdekker gaf het verhaal van de rechtbank door aan een schrijversduo
over Gelderse geschiedenissen en dat wijdde er een paar bladzijden aan in een
publikatie ter gelegenheid van het achthonderdjarig bestaan van de politie in
Zutphen.1
Op 20 april 1773 huwt Gerrit Jan Rosegaarde uit het richtersambt Doetinchem,
29 jaar oud, een Zutphense, Willemken Meijerink, 28 jaar, weduwe van Hen
drik Gerritsen. Op 18 mei 1744 kreeg hij voor 9 gulden en 18 stuivers een lede
ren emmer en het kleinburgerschap van Zutphen.2 Hij droeg de naam van de
hoeve die zijn vader pachtte van het Gasthuis van Doetinchem, de 'Rosegaer-
de', nu (1980) de 'Rozengaarde' (Rozengaardseweg 170, Doetinchem).
Tijdens de patriottische woelingen weerde Gerrit Jan zich geducht. Toen de
regenten werden afgezet zat hij een paar jaar op een regentenstoel en in het Co
mité van Waakzaamheid en Toezicht. Daar ontmoette hij Hendrik Huetink,
oudste firmant van Jan Bisschop en Zonen, leerlooiers sinds 1744.3
Ongeveer 100 jaar voordat Gerrit Jan naar Zutphen trok, vluchtten de Bis-
schoffs, ketters in katholieke ogen, uit Warendorff in het bisdom Münster naar
het gereformeerde Zutphen. Daar verhollandsten ze hun naam.
In 1696 huwde Christoffel Bisschop, 32 jaar oud, een Zutphens meisje,
Trintjen Jolink, 29 jaar oud. In 1743 huwde zoon Hendrik Louis Bisschop, 35
jaar oud, Phemia Coolhaas, 24 jaar oud, dochter van een zilversmid, en vestig
de hij zich in 1744 als leerlooier in de Isendoorn, een voormalig klooster in de
Zutphense Nieuwstad. De firma zou de Isendoorn van de gemeente blijven hu
ren tot in 1854 de huur werd opgezegd omdat het gebouw toen met een aan
tal andere gebouwen moest worden vrijgemaakt om een garnizoen dragon
ders onder te brengen. Op de plaats waar eens de looierij stond, staat nu het
Baudartius College.4
Van vader op zoon bleef deze tak van de Bisschoppen looier in Zutphen. Zo
omstreeks 1820 waren er vier firmanten: Philippus Bisschop, zijn zwager Hen
drik Huetink en vader en zoon Barend en Louis Bisschop. Hendrik Huetink,
64