OUD-ZUTPHEN, TIJDSCHRIFT VAN DE HISTORISCHE VERENIGING ZUTPHEN
NEGENDE JAARGANG, NUMMER 2, JUNI 1990
Inhoud: L. W. Lensen, Mars en Overmars M. Groothedde, Zutphen in de zevende eeuw Ellie
Lintvelt en Ir. Roon Jonker, De Berkel, reeds 100 jaar rust Wetenswaardigheden (29)
L. W. LENSEN
De nieuwe Geschiedenis van Zutphen heeft weer enige tipjes van de sluier over
de vroegste periode opgelicht. Onduidelijkheid blijft er bestaan over een punt
waarbij dat o.i. niet nodig is. De kaart, overgenomen uit de Stedenatlas van
Nederland, aflevering 3; Zutfentoont de loop van de IJssel en door een stip
pellijn met pijl de vermoedelijke loop tot 1356/57. Een tweede pijl verwijst
naar de (een) doorgraving uit 1406.2
In de tekst van hoofdstuk 5 over de middeleeuwse periode lezen we dan:
In 1356 kreeg de stad vergunning om het landgoed Helbergen op de Velu-
we te mogen doorgraven om de loop van de IJssel te veranderen ten einde
te voorkomen dat de zuidzijde van de stad aanhoudend door de IJssel be
dreigd werd. De werkzaamheden hieraan werden blijkens tal van grond-
transacties uitgevoerd in 1356-1357. Kanalisering van de IJssel ten wes
ten van de stad volgde in 1406. De bocht bij Empe werd afgesneden om
het rivierfront dichter bij de stad te leiden. Door deze ingrepen werd het
rivierfront van het zuiden naar het westen verplaatst.3.
29
MARS EN OVERMARS