Tot slot speelt op de achtergrond de intrigerende vraag in hoeverre het toe
vallig is dat het 7de-eeuwse grafveld op het terrein ligt waar, historisch vanaf
de 11de eeuw en archeologisch mogelijk al eerder, het domein van de heren van
Zutphen gesticht was10 (het 's Gravenhof). Na de nederzettingsperiode tot
750 AD in de omgeving Oude Wand-Hagepoortplein lijkt de bewoning zich
in de periode 750-1000 AD aan de IJsselzijde te concentreren. Daar werd ook
de genoemde hof gesticht. Kunnen we hier gaan denken aan directe bewonings-
continuïteit vanaf de 7de eeuw of eerder? Wat is de relatie van het grafveld met
die bewoning vanaf het midden van de 8ste eeuw? En met het domaniale cen
trum?
Het moge duidelijk zijn dat zelfs kleinschalig archeologisch onderzoek in
Zutphen veel inzicht verschaft in de vroegste historie van de stad, maar nog
méér vragen opwerpt. Bij gebrek aan historische bronnen, daar waar de neder-
zettingsnaam voor historici (nog) ongrijpbaar is (immers de naam Zuid-veen
kan op naamkundige gronden niet ouder zijn dan 1000)11is archeologie de
enige bron die in staat is deze vele vragen, stukje bij beetje te beantwoorden.
Veel onderzoek zal nog gedaan moeten worden.
Noten en literatuur
1. Bitter, P., 'De vondsten van het 'sGravenhof opnieuw bekeken', Oud-Zutphen (1983).
2. Bitter, P., 'Uit het bodemarchief van Zutphen II', Oud-Zutphen (1985).
3. Determinatie H. A. Heidinga J. C. Besteman (IPP, Amsterdam).
4. Het is een oud christelijk gebruik om de doden met het hoofd naar het westen te begraven.
Op de dag van het Laatste Oordeel, wanneer de doden op zullen staan, zullen zij naar het oos
ten kijken: Jeruzalem. Kerken werden ook oost-west gebouwd. De toren staat altijd in het wes
ten met het koor als tegenhanger in het oosten.
5. Het isotopen-laboratorium, verbonden aan het Biologisch Archeologisch Instituut (BAI) van
de Rijksuniversiteit Groningen.
6. Na de dood van een organisme wordt over een lange periode de koolstof-14 (radiocarbon) in
het organische materiaal afgebroken (halfwaardetijd 5.500 jaar). Het botmonster wordt
verbrand en het nog aanwezige 14C-gehalte gemeten. Het 14C-gehalte in de atmosfeer is echter
niet constant geweest zodat men de metingen moet ijken. Vandaar de mogelijkheid van twee
dateringen.
De uitkomst van de twee botmonsters was:
Graf 1: Gr.N-17044 1310 Before Present 1950) 35 jaar
Graf 2: Gr.N-17043 1320 BP 35 jaar
Geijkt levert dit de datering van 660-712 AD (746-758) op.
7. Over het aardewerk van beide opgravingen is nog niet gepubliceerd; zie ook bijdrage P. Bitter
(hfdst. 4) in: Frijhoff e.a. (red.) Geschiedenis van ZutphenZutphen 1989.
8. Groenewoud, B. J., e.a., 'Import en ijzer, nieuwe Merovingische vondsten uit de gemeente
Deventer', Westerheem 1990.
48