Over het Nederhelbergen tot aan de haven bij de Veertoren, is ook een dijk
gebouwd. Er werd geld voor geleend van het Bornhof.19 De armen konden
wachten.
Veren
Er zijn verder - allemaal voor 1406 - drie veerplaatsen bij Zutphen. De veer
man van Helbergen kreeg jaarlijks o.a. in 1371/72, volgens de oudste rekening
die bewaard bleef, vergoeding voor het overzetten van de melkmeisjes naar de
stadsweiden die Zutphen sinds de doorgraving van 1357 op Helbergen had.20
Daarnaast was al in 1349, zelfs vóór de doorgraving van Helbergen een 'ne-
derste verstat' bij 'Bollekensstege'.21 Die steeg is genoemd naar Henricus Bol
leken of Bulken, schepen van Zutphen in 1348, die woonde in de Waterstraat.
De steeg liep naar de Veertoren, dat was de voorganger van de Bourgonjetoren,
uit 1457. Vandaar kon men overgezet worden naar de Overmars. De derde
veerplaats lag aan het eind van de weg over de Overmars. Die was in handen
van het Veluwse geslacht Van Steenbergen. Zutphen heeft die veerstat in
1409/1410 gekocht22 en op den duur vervangen door een brug.23 Kort na de
overname was de opbrengst 46 lb per jaar. Men zou de twee veren van Helber
gen (naar Brummen) en van Bollekenstege (naar de Overmars) in 1349 niet tege
lijk nodig hebben gehad als er niet al een nieuwe IJssel langs Zutphen had
gestroomd.
Poorten
Een vage aanwijzing is misschien nog te vinden in de situatie van de stadspoor
ten. De Marspoort is ouder dan de doorgraving van 1406. Hij diende ter ver
vanging. De Lokenpoort aan het eind van de Gasthuisstraat tegenover het hui
dige station en de Olypoort, bij de oliemolen aan de Berkel ter hoogte van het
huidige postkantoor worden dan niet meer gebruikt. Beide zijn uitgangen die
dateren uit de dagen dat de Nieuwstad nog zelfstandig was, dus vóór 1316. In
de Lokenstraat wordt de 'antiqua hemeyda', dus de vroegere of oude sluit
boom, vermeld in 1338.24 De Lokenpoort is op verschillende stadsplattegron
den nog te zien. Hij is in het begin van de vijftiende eeuw ook mooi verbouwd
met twee Zutphense vaantjes op het dak, maar het is een toren geworden; geen
poort meer.
De eerste vermelding van de nieuwe (Mars)poort komt voor in de rekeningen
van 1383/84, maar de poort kan wel ouder zijn.25
Met mevrouw Doornink veronderstellen we dus dat er al een doorvaart langs
de westelijke stadskant bestond vóór 1357.
36