Beek. Deze verklaarden dat zij de taak op zich wilden nemen. Daarnaast was een twintigtal bewoners bereid om als leiders op te treden. Elk van hen werd belast met de zorg voor een ordelijk en geregeld vervoer van ruim honderd mensen. Die groep moest op de voor hem bestemde plaats in Klarenbeek worden afgeleverd. Om herkenbaar te zijn werd een witte armband met opschrift verstrekt. De indeling van de bevolking in verschillende groepen werd aan de hoofdleiders over gelaten. De afstand tussen de Hoven en Klarenbeek zou in het algemeen te voet moe ten worden afgelegd. Voor niet-marsvaardigen, zieken, gebrekkigen en andere, in bijzondere omstandigheden verkerende personen zou vervoer per as worden geregeld. Vijf dames, waaronder een oud-verpleegster, hadden zich beschik baar gesteld om als hulp voor deze groep te fungeren. De hoofdleiders zouden de beschikking krijgen over een auto om, als de toestand dit nodig maakte, snel ter plaatse te kunnen zijn. De commissaris had met alle leiders een gesprek gehad waarbij hen werd ver teld welke diensten er verlangd worden, wat de mensen mee moesten nemen, dat zij hun werk belangeloos dienden te verrichten en dat de gemeente daarvoor geen verantwoordelijkheid kon aanvaarden. Een en ander werd door de commissaris en de beide hoofdleiders besproken met de burgemeester van Voorst. Ook werden de gebouwen bezocht waarin de bevolking zou worden ondergebracht. Om de verschillende groepen goed uit elkaar te kunnen houden leek het nut tig iedereen een kaart te geven met daarop het groeps- en volgnummer en de plaats waar men zou worden ondergebracht. Iedere leider kreeg een lijst met daarop de volgnummers en de namen van hen die tot zijn groep behoorden. In april 1940 werd bekend gemaakt dat de ontruiming zou beginnen na de ontvangst van het telegram 'tijdelijke ontruiming aanvangen'. Eind april werden de gemaakte kosten gedeclareerd: 28 februari Bespreking hoofdleiders met burgemeester van Voorst 5,75 16 maart 2500 evacuatiekaarten 14,04 8 april 50 linnenbanden met opschrift 6,76 27 april met hoofdleiders en leiders per bus naar Klarenbeek 17,50 Sigaren voor de heer Feitsma2 3,00 47,05 Uit het verslag van de commissaris over de reis per bus naar het 'vluchtoord' Klarenbeek blijkt dat niet alle plaatsen geschikt waren om als onderkomen te dienen. Daarover werd contact opgenomen met de burgemeester van Voorst. Iedere leider was nu in het bezit van een lijst met daarop de namen en de verdere gegevens van de personen die hij naar Klarenbeek zou begeleiden. 7

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1990 | | pagina 9