de wachtenden tegen het slechte weer te beschermen. De noodzakelijkheid van
de tijdelijke sluiting kon hij niet beoordelen en hij verzocht het college, er bij
de militaire autoriteiten naar te vragen. Volgens de voorzitter was deze aangele
genheid reeds meerdere malen met de garnizoenscommandant besproken. De
militaire autoriteiten waren goed doordrongen van de overlast die zij veroor
zaakten. Het betrof hier overigens geen oefening maar een verdedigings- en
controle maatregel. De waarde ervan lag buiten de beoordeling van het ge
meentebestuur.
Op 7 mei 1940 werden de verloven weer eens ingetrokken en de kazematten be
zet. De brug werd 's nachts gesloten en er werden springladingen aangebracht.
Deze lagen tot die datum opgeslagen in het fort De Pol. Twee dagen later
volgde een volledige paraatheid. Toen werden ook de slagsnoeren en de ontste
kingen op de springladingen aangesloten.
De verdediging aan de kant van de Hoven had de beschikking over 3 gietsta
len koepels, 2 betonkazematten, 2 stekelvarkens, 2 rivierkazematten en een 5
cm kanon. Zij waren allemaal ondergebracht in de dijklichamen en werden aan
de voorzijde gedekt door een prikkeldraadversperring langs de rivier.1
De als brugpeiler gecamoufleerde kazemat van waaruit de Duitse aanval van 14.00 uur werd
afgeslagen.
2