W.H.POT
De spoorlijn Zutphen-Winterswijk, aangelegd door de Nederlandsch-West-
faalsche Spoorweg-Maatschappij (NWS), werd na een feestelijke inwijding op
18 juli 1878, zes dagen later voor het openbaar vervoer geopend.
De lijn, die geëxploiteerd werd door de Hollandsche IJzeren Spoorweg
Maatschappij, sloot aan op de enkele jaren eerder geopende z.g. Oosterspoor
weg van die maatschappij, lopende van Amsterdam, via Amersfoort en Apel
doorn naar Zutphen. Er reden dan ook doorgaande personentreinen tussen
Amsterdam en Winterswijk.
Het aldus geven van een spoorverbinding aan een aantal plaatsen in de
Graafschap was echter voor de NWS niet het hoofddoel. Het ging vooral om
een korte verbinding tussen het 'kolenrevier der Ruhr' en het westen van ons
land. Goederenvervoer dus, vooral steenkolen. De NWS ging dan ook pas tot
het bouwen van de lijn Zutphen-Winterswijk over toen mocht worden aange
nomen dat ook de aansluitende verbinding van Winterswijk met Duitsland er
zou komen. En dat gebeurde twee jaar later, in 1880.
De NWS mocht zich in Zutphen in een grote belangstelling verheugen. Niet al
leen de gemeente zelf werd aandeelhouder, ook burgemeester Coenen en ande
re notabelen, maar ook middenstanders en ambachtslieden bezaten aandelen.
Zo'n aandeel bedroeg 20,
Ook in andere plaatsen, gelegen aan of in de buurt van de lijn, waren veel
aandeelhouders te vinden, waarbij rond Winterswijk het grote aantal boeren
opviel. Hoogste in maatschappelijk opzicht bij de aandeelhouders was Z.K.H.
Prins Willem Frederik Karei der Nederlanden, de toenmalige kroonprins. Hij
had 20 aandelen.
Bij de oprichting van de NWS, op 21 maart 1873, werd een Raad van Commis
sarissen gevormd, waarin uit Zutphen zitting hadden: burgemeester Jhr.
H. A. D. Coenen en de heer Ch. M. Henny, assuradeur (bekend van de 'Brand
kas^) van Henny'). Enige jaren later blijkt ook de heer F. H. Umbgrove, oud
ontvanger der Registratie en Domeinen, lid van de Raad van Commissarissen
te zijn geworden.
19
DE HALTE WARKEN
AAN DE SPOORLIJN ZUTPHEN-WINTERSWIJK