in de struiken verborgen waren. Daarvoor strekte zich een weidegebied uit
van meerdere honderden meters tot aan het stadsdeel de Hoven dat wat weg
had van een dorp. Tussen de huizen kon je de vijand zien die zich daar ver
plaatste. Ik kreeg opdracht met mijn onderdeel de overtocht, met artillerie
ondersteuning, te forceren.
Het klaar maken van de troepen en de rubberboten kon in een haventje
plaatsvinden. De boten hadden geen motor en moesten met paddels voortbe
wogen worden.
Bij het oversteken van de rivier kregen we te maken met hevig mitrailleur-
vuur van opzij uit een bunker van de tegenstander wat ons onaangenaam veel
verliezen opleverde. In mijn boot was de hele bemanning, uitgezonderd mijn
persoon, dood of gewond. De boten bereikten met grote moeite, vaak door
zeefd met kogels en bijna zinkend de overkant. Na een korte pauze werd be
gonnen met het veroveren van de bunkers.'
De buiten gevecht gestelde pantsertrein
11