oud) uit Zutphen aanhouden omdat deze een gevangenisstraf moest onder
gaan. Deze verzette zich, geholpen door ene B. Janssen, tegen de arrestatie.
Tevergeefs. Zowel Geerlings als Janssen kregen een eis van 15 dagen te horen.
Ter zitting voerde Geerlings als verweer aan dat hij zich niets van het voorval
kon herinneren. Hij was toen beschonken geweest. De rechtbank legde beide
heren wegens wederspannigheid' een gevangenisstraf van 10 dagen op.
Bij het pakhuis van Roelofsen Massink had G.B.H. Meerstadt vier lege
zakken gestolen. Ze hingen te drogen over een hek. Conform de eis van 1
maand gevangenisstraf vonniste de rechtbank.
Zwervende bedelaars werden in Zutphen regelmatig opgepakt en in hechtenis
genomen. Zo verging het ook Martinus Sleijster (56 jaar) die overeenkomstig
de eis door de rechtbank werd veroordeeld tot 2 dagen hechtenis en 3 jaar plaat
sing in een rijkswerkinrichting.
In een tuin bij een huis aan de Coehoornsingel zag de 16-jarige Roelof Koster
eens peren hangenen klom over de schutting om er enkele te plukken. Een
veldwachter zag hem op de schutting zitten met de peren op zak. Wegens
'strooperij door inklimming' werd hem 10 dagen hechtenis opgelegd.
Ten aanschouwe van veel mensen mishandelde een uit Zutphen afkomstige
knecht een paard door het dier met een zweep onophoudelijk te slaan terwijl
daar geen reden voor was. Daarbij trok hij ook nog aan de teugels. Hij kreeg
van de rechtbank, conform de eis van het openbaar ministerie, 8 dagen gevan
genisstraf.
Een nieuwe gevangenis en een nieuw huis van bewaring
Kort na elkaar verrezen in 1886 en 1889 een geheel nieuwe gevangenis en een
geheel nieuw huis van bewaring. De gevangenis aan de Lunettestraat, die nu
als jeugdgevangenis dienst doet, lag ten tijde van de bouw geheel buiten de be
bouwde kom. De architect was J. F. Metzelaar, wiens zoon W. C. Metzelaar
het huis van bewaring ontwierp. Hij kende Zutphen al, omdat hij als medewer
ker van zijn vader bij de gevangenisbouw was betrokken. Deze zoon W.C.
Metzelaar heeft een indrukwekkende reeks gerechtsgebouwen, kantonge
rechtsgebouwen en gevangenissen ontworpen in zijn functie van ingenieur
architect van het Ministerie van Justitie. Pas na 1922, toen de Rijksgebouwen
dienst werd opgericht, werden justitiegebouwen niet langer door de eigen
bouwmeesters ontworpen.
Vóór 1886 werden in Zutphen gevangenen opgesloten in het stadhuis aan het
's-Gravenhof, waar ook een cipier woonde. Mede ten behoeve van de recht
bank te Zutphen was er te Deventer (waar tot 1877 een rechtbank gevestigd
was) een 'huis van arrest' (de oude naam voor huis van bewaring).
In de 19de eeuw zaten in de huizen van arrest vogels van diverse pluimage.
83