De gemeente had zich vanouds verbonden om steeds één kamer ten gebruike van het vredegerecht, later kantongerecht, in gebruik te geven. Maar die kamer was alleen in gebruik voor openbare zittingen en dan slechts voor zover de eigen behoefte van de gemeente zulks toeliet. Zo werd bij verkiezingen het gerecht naar een ander lokaal verwezen, de zo genaamde militiezaal. Buiten zittingsdagen moest de kantonrechter maar zien - en ook zijn griffie - hoe men in die leemte in hun eigen woning kon voor zien. Voor de ambtenaar van het openbaar ministerie werd van rijkswege een huurkamertje ingericht. Over de omgeving van de zittingzaal gaf de kanton rechter de volgende omschrijving: 'Stel U voor een vrij ruim vertrek, welks stoffering, als daarvan nog sprake kan zijn, aan alles doet denken behalve aan eene gerechtszaal, het ameublement bestaande uit eenige stoelen en banken, dito kasten en een portret van den grooten keurvorst door de gemeente ge bruikt als trouwkamer, waarvoor de stoffering werd aangevuld met karpet en tafelkleed - te weelderig naar het scheen voor het kantongerecht, want bij onze verschijning stipt verdwenen. Dit vertrek ontvangt licht door drie groote glazen deuren, toegang gevende op eene overdekte voorplaats, wilt ge vesti bule, ten dienste van het kantongerecht gepromoveerd tot wachtkamer van de justiciabelen. Broederlijker, ja zoude ik haast zeggen gemeenzamer, kon de verhouding tussen rechter en praktizijns zeker niet zijn, want aan de eenige tafel zaten we allen gezellig bijeen Laten wij nu eens bezien welke strafzaken voor de arrondissementsrechtbank te Zutphen werden berecht. Wij kozen de jaren 1841 en 1855 en de periode van zo'n 100 jaar geleden. 1841 Wegens het niet van de ijkletter van het juiste jaar voorzien van gewichten: een boete van 10, Wegens diefstal van een zakhorloge: 3 maanden gevangenisstraf. De diefstal van een eiken plank werd beboet met een gevangenisstraf van 6 weken. Een 44-jarige vrouw maakte zich schuldig aan bedelarij. Nadat zij, in be schonken staat zijnde, 10 cent had opgehaald, werd zij aangehouden. Zij kreeg 3 maanden en werd geplaatst in een bedelaarsgesticht. Iemand had een politieagent mishandeld; wanslagerij werd het genoemd. De dader, in staat van dronkenschap verkerend, kreeg 1 maand, ƒ8,boete en werd veroordeeld in de proceskosten. 80

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1989 | | pagina 6