steden als Middelburg (1574); Amsterdam (1578); Utrecht (1583); Leiden, Vlis- singen, Sluis (1584); Haarlem, Delft, Dordrecht (1586); Arnemuiden, Zierikzee (1587); Breda, Rotterdam (1590); 's-Gravenhage (1591); Kampen (1596), etc. Wel staat bijvoorbeeld in het oudste lidmatenregister van de Zutphense ge reformeerde kerk, in het beginjaar 1609, als lidmaat ingeschreven een Jean de Beaulieu, licentmeester. Blijkens de fragment-genealogie De Beaulieu in De Nederlandsche Leeuw 1930, kol. 244, is Jean in 1568 te Antwerpen geboren, waar zijn vader Charles Vincentsz., koopman uit Valenciennes, in 1562 poorter was geworden. Jean overleed in Zutphen, ongehuwd, in september 1620. Zijn zuster Marie de Beaulieu, eveneens geboren in Antwerpen, huwde in 1611 Hen drik van Diemen, maar stierf in 1617 kinderloos. Blijkbaar gingen de enkele uit het zuiden naar Zutphen gevluchte protestan ten te kerke bij de Hollandse gereformeerde gemeente, zo zij zich niet onder het gehoor mochten begeven van een Franse veldprediker die voor de bij tijd en wijle in Zutphen gelegerde Franse troepen de godsdienstoefening waarnam. Door de oorlog met Spanje waren de Staten-Generaal gedwongen een groot leger in stand te houden. Dit leger omvatte huurtroepen, waaronder zich vele Franse en Waalse militairen bevonden. Deze troepen werden in 1587 voorzien van een 'Eglise du Camp' (kerk te velde), een rondtrekkende kerk ten dienste van het leger, met een eigen predikant en kerkeraad. Wat Zutphen betreft is hiervan sprake in mei 1615. In het oudste consistorieboek der Hervormde Gemeente van Zutphen be klaagt de kerkeraad zich op 7 mei 1615 over het feit dat de Franse veldprediker Richard de Nerée (Nereus)2, zonder toestemming te hebben gevraagd aan de Zutphense magistraat of aan de kerkeraad der Hervormde Gemeente, gepre dikt heeft voor het Franse garnizoen te Zutphen. De klacht, die ook de hulp prediker bij het Franse garnizoen N. Agache betreft, wordt in het consistorie- boek als volgt weergegeven: 1615 7 may D. Richardus Nereus, hebbende voorleden donderdach alhier ge- prediket voor het Fransche garnisoen sonder daertoe te hebben versocht eenich consent van de E.E. heeren des magistraets off ooc van den kerkckenraed ende zynde voorhebbens geweest op huyden wederom te prediken, is sulcx niet toe gelaten. Maer zyn de Francsoysen gewesen tot den kerckenraed als die kennisse moet hebben van de wettelycke examinatie, admissie, beroepinge ende suyver- heyt der leere desgenen die hier predicken zal. Daerover het geschiet is dat de officieren van de voorsz. Francsoysen nu voor den kerckenraed zyn versche nen, versoeckende dat men haer toeliete dat mr. Nerée ende N. Agache (die al leen om hem te oeffenen voor eenen tydlang hier meynde te blyven) hier voor haer mochten predicken op zulc eenen dach, uyre ende plaetse die ons duncken 62

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1989 | | pagina 12