niet helemaal ongelijk. Maar gelukkig zijn de historici niet alleen grote realisten
- dat brengt het vak mee - maar beseft een historicus, hoe ouder hij wordt,
steeds beter wat een ontzaglijke hoeveelheid werk er door het archiefpersoneel
van hoog tot laag moet worden verzet, wil hij van het bestaan van de door hem
gezochte documenten kunnen weten, van de aard ervan en van wat hij ermee
kan doen, en wil hij ze vervolgens ook nog kunnen raadplegen, steeds weer op
nieuw, en in goede staat. Verwerven, opslaan, conserveren, beschrijven, ont
sluiten, restaureren, aandragen, terugbrengen - al die operaties zijn nodig
voor één simpele raadpleging van een bron. Ik denk dat dit de juiste gelegen
heid is om het personeel van het Zutphense gemeentearchief dat steeds een
van de meest klant- en gebruikersvriendelijke archieven die ik ken is gebleven
in de kleine twintig jaar dat ik er nu binnenloop (en dat door de afstand nood
gedwongen veel te zelden) - namens de gebruikers openlijk dank te zeggen
voor de wijze waarop het zijn talrijke taken vervult en voor het begrip dat het
in de meest uiteenlopende situaties en geconfronteerd met de gekste wensen van
de gebruikers onveranderlijk toont. Ter illustratie daarvan zou ik willen beslui
ten met een kleine anecdote, die ik een jaar of zo geleden in dit archief mee
maakt en die mij, zo mag ik het gerust stellen, niet alleen de ogen geopend heeft
voor wat er allemaal van een archivaris wordt gevraagd, maar mij ook heeft
ontroerd. Ik zat in de studiezaal een document door te werken toen een meisje
van een jaar of veertien binnenkwam dat tegenover mij ging zitten. De archiva
ris ging naar haar toe en vroeg wat ze zocht. Ze zei: de herbergen in Zutphen
in de middeleeuwen. Ik meende wel te begrijpen wat er aan de hand was: op
school had een toffe leraar een lekker vlot verhaal over bierdrinkende burgers
in de middeleeuwse kroegen opgehangen en bij dat meisje daardoor, net zoals
dat bij ons vroeger ging, ineens een vleug historische belangstelling gewekt. De
archivaris begreep dat ook, en hij had er zich vanaf kunnen maken door een
oud artikel van Gimberg of consorten aan te dragen - voor het meisje had het
nauwelijks wat uitgemaakt, als het maar oud was. Maar dat deed hij niet. Hij
haalde een middeleeuws stuk, en toen het meisje zichtbaar in verwarring raakte
door het oude schrift, ging hij het geduldig met haar ontcijferen. Een schijn
baar zinloze daad, die voor velen een stuk tijdverlies zou hebben betekend.
Maar dat was het niet. Alleen zo, door een geduldig contact, wordt liefde voor
het document en begrip voor tijdsafstand, voor geschiedenis gekweekt. Ik be
greep op dat moment dat wij historici vaak veel te snel willen gaan, recht naar
her resultaat, maar dat we daardoor ons doel voorbij dreigen te schieten omdat
we niet duidelijk weten te maken dat de geschiedenis besloten ligt in een verle
den dat nog niet onherroepelijk voorbij is omdat de sporen ervan nog tastbaar,
zichtbaar en liefkozend door onze archivarissen worden bewaard. Daarvoor
hulde, en dank, en de beste wensen voor een rijke toekomst in het aan sporen
van het verleden zo rijke gebouw dat u nu gaat betrekken.
31