OUD-ZUTPHEN, TIJDSCHRIFT VAN DE HISTORISCHE VERENIGING ZUTPHEN
ACHTSTE JAARGANG, NUMMER 2, JUNI 1989
Inhoud: Prof. dr. W. Th. M. Frijhoff, De historicus en de archivaris Dr. F. A. H. van den Hom-
bergh, Brugman en de Bres II Wetenswaardigheden (25) J. Kreijenbroek, Kroniek van een sta
king
PROF. DR. W. TH. M. FRIJHOFF
Toespraak bij gelegenheid van de heropening van het
Gemeentearchief van Zutphenin de Burgerzaal van het stadhuis, 14 april 1989
Het is maar onrechtvaardig verdeeld in de wereld: de historici hebben de lusten
van de archieven, de archivarissen de lasten. Terwijl de historici lekker lui en
languit in een behaaglijke stoel en - in Nederland althans - onder het genot
van een goedkoop kopje koffie of thee kunnen zitten wachten totdat de kruiers,
dragers en slepers van het archiefpersoneel hen op hun wenken bedienen met
dikke dozen en lijvige leggers, moeten hooggeschoolde archiefambtenaren hun
tijd verknoeien met het gehaast samenstellen van steeds summierdere inventa
rissen en plaatsingslijsten van steeds grotere aantallen archieven en collecties,
en, als ze helemaal tot bovenaan de ladder zijn opgeklommen, met begrotingen
die gulden voor gulden, zoniet cent voor cent op de andere grijpgrage gemeen
te- en rijksdiensten moeten worden bevochten. En nauwelijks is zo'n mooie in
ventaris gemaakt, of een slimme historicus ziet er brood in en publiceert een
fraai artikel vol nieuwe vondsten over de rug van de noeste arbeider die de ar
chivaris is. Zo stel ik me althans voor dat de archivaris in een sombere bui - en
die moet zelfs een archivaris wel eens hebben - de historicus ziet. De grote ge
leerde Vossius, uit onze Gouden Eeuw, heeft de hoogleraren van zijn tijd (dus
zeg hier maar voor het gemak al diegenen die zich met geschiedenis bezig hou
den) eens in drie klassen verdeeld: de bijen, de darren en de horzels. De bijen
25
DE HISTORICUS EN DE ARCHIVARIS