uitmuntend in profetische geest'.29 Men merke op, dat Polius niet rept van 'ketters'noch van hun plunderingen en vernieling van klooster Galilaea: Brug- mans voorspelling zou uitsluitend betrekking hebben gehad op de rampspoed van de stad. Dat kan eigenlijk alleen slaan op de gebeurtenissen van november 1572 en volgende maanden, niet goed op eerdere. Nu is het natuurlijk verdacht, wanneer een voorspelling pas 55 jaar na de 'vervulling' opduikt, en dan voorzover na te gaan alleen in de kringen van Brugmans eigen ordegenoten te Keulen. Wat de zaak verder compliceert, is ui teraard ook het feit, dat Brugman zijn 'profetieën' hoogstens kan hebben uit gesproken in de jaren 1458 tot 1463, toen hij vaak in Zutphen verbleef - zodat die voorspellingen dus pas ongeveer 110 jaren later zouden zijn uitgekomen, op een moment dat niemand van zijn toehoorders nog in leven was. Wat heeft zulke waarzeggerij dan voor zin? Het eenvoudigste zou dus zijn om het hele verhaal maar naar het rijk der fabelen te verwijzen. Maar zo simpel liggen de zaken toch niet. Lang niet alle bekende predikers uit de late Middeleeuwen hadden de reputatie van waarzegger, zeker ook niet alle Franciscanen. En wat Brugman betreft: van meer dan veertig plaatsen we ten wij dat hij er is opgetreden, maar over slechts acht daarvan zijn voorspellin gen op zijn naam overgeleverd. Arnhem en Deventer bv. heeft hij vaak be zocht, maar van 'profetieën' daar is niets bekend. Aan de acht steden deed hij voorspellingen met verschillende inhoud, waarvan er zeker drie, mogelijk vier niet zo zijn uitgekomen. Dat laatste is merkwaardig genoeg juist een omstan digheid die vertrouwen wekt. Het is immers waarschijnlijk, dat Brugman in zijn predikaties minstens zodanig suggestief heeft gesproken, dat men zijn woorden als regelrechte voorspellingen ging opvatten. Daarmee is niets gezegd over eventuele paranormale gaven bij Brugman zelf, maar alleen dat zijn mach tig woord in zo'n stad extra veel indruk moet hebben gemaakt. Zijn reputatie van 'voorspeller' is hier en daar zelf blijven voortleven tot in de Franse tijd!30 Welke relatie had Brugman met Zutphen? Wat absoluut vaststaat, is dat Jan Brugman in zijn tijd een bijzondere figuur moet zijn geweest. Wij vinden dat op tal van plaatsen in bronnen uit zijn eigen vijftiende eeuw. Vooral had men bewondering voor zijn gewoonte om sober en vroom te leven, en daarnaast voor zijn buitengewoon welsprekende manier om de evangelische boodschap aan het volk te verkondigen, waarbij hij de zon den en misstanden zonder aarzelen bij hun naam noemde en de verantwoorde lijke machtigen der aarde bij zijn kritiek allerminst ontzag. Elk afzonderlijk kwamen deze eigenschappen genoeg voor, maar de combinatie ervan in één persoon moet op de tijdgenoten een uitzonderlijk diepe indruk hebben ge maakt. In steden preekte hij, hetzij op doorreis een of twee dagen, hetzij na 38

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1989 | | pagina 16