De bres van 1572 is Zutphen noodlottig geworden, omdat de slechtbetaalde Spaanse troepen nu helemaal niet meer te houden waren en hun recht op plun deren meteen wilden gaan uitoefenen. Van overgave met behoud van lijf en goed kon nu geen sprake meer zijn, ook al wilde het stadsbestuur dit ter elfder ure nog bewerkstelligen. Op 15 en 16 november heeft het immers nog op de IJs- selbrug daarover onderhandeld met de eigen Gelderse stadhouder Gilles van Berlaymont, de heer van Hierges. Het Geuzengarnizoen ontsnapte in de tussen liggende nacht via de Vispoort (zie afb. op blz. 3 van het vorige nummer van Oud-Zutphen; blijkbaar was de zuidkant van de stad niet eens zo goed door de Spanjaarden ingesloten), en toen werd de verdediging een hopeloze zaak. Alva schrijft, dat zijn Vlaamse en Waalse vendels meteen na de verovering in de Achterhoek op jacht waren gegaan naar de weggevluchte garnizoenssolda ten, 'omdat zij denken dat die wel de kas zullen hebben meegenomen'.25 Het ging de Spanjaarden duidelijk vooral om het geld, dat hen al maanden veel te krap was uitbetaald: al in juli had Alva de koning dringend om geld voor zijn expeditieleger verzocht, maar kennelijk met onvoldoende resultaat.26 Toch was het koninklijke leger zoveel sterker bewapend en opereerde het zoveel pro fessioneler dan de Geuzen, dat bv. Graaf Willem van den Bergh in september tijdig maakte dat hij wegkwam. Ook Prins Willem van Oranje wachtte de di recte confrontatie niet af en week in oktober uit naar Holland. Heeft er dan niemand gewaarschuwd? Bekwame militairen als Oranje en zijn zwager Willem van den Bergh zagen blijkbaar geen mogelijkheid om zelf de Spanjaarden af te houden van Zutphen en lieten de verdediging van deze strategisch belangrijke stad over aan een on dergeschikte figuur als Christoffel van IJsselstein, die de grootste moeite had met het handhaven van de discipline. Hebben zij de stadsregering niet geadvi seerd om maar eieren voor haar geld te kiezen en zo een wraakgericht als over Mons en Mechelen af te wenden? Dat moet dan een ernstig verzuim worden genoemd. Achteraf heeft Zutphen nog van geluk kunnen spreken, dat zijn bestraffing vooral bestond uit telkens herhaalde diefstal van materiële rijk dommen en niet uit echte uitmoording. Dat daarnaast met name de voedsel voorraden werden geroofd, wijst eens te meer op het geldgebrek aan Spaanse zijde. Misschien was een dergelijke verarming van de stad te voorzien geweest. Maar wanneer men zich niet meteen na de eerste opeising gewonnen gaf en ge wapend verzet pleegde, was zij zeker niet meer te voorkomen. Zo weinig troe pen met zo weinig geschut onder zo middelmatige leiding achterlaten in een zo ouderwets bebolwerkte stad op zo'n strategisch punt gelegen en oog in oog staand met zo'n sterke en moderne tegenstander: daarmee hebben Oranje en 36

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1989 | | pagina 14