der gevaar van wegzakken in de modder. Bovendien kon de 'sluis' bij de water
molen, waarmee de hele omgeving onder water te zetten was, dan snel worden
uitgeschakeld; ook dit schreef Alva met enige nadruk in zijn brief. De omtrek
kende beweging heeft wel een drietal dagen extra gekost, aldus Alva22, maar
dit is toch een verstandige zet geweest. Men liet dus de zwakke zuid- en oost
flank van de stad, met vooral middeleeuws muurwerk en maar twee/drie mo
derne bastions letterlijk links liggen en concentreerde zich op de aanval op Zut-
phens sterkste stuk omwalling. Was deze paradoxale keuze echt verstandig?
Nog in de dagen van de hertogen Karei van Egmond en Willem II van Gulik
rond 1532-1540, hadden stad en hertogdom hier bolwerken aangelegd volgens
de principes van het zgn. oud-Italiaanse vestingstelsel. Lange stukken aarden
wal verstevigd met muren, en hier en daar een halfrond uitstekend gedeelte, een
rondeel.23
Kennelijk hadden ook de toenmalige vestingbouwers begrepen (wie weet op
Italiaans advies), dat een aanval het meest te duchten was vanuit de Deventer
richting. Daarvoor waren toen dringende politieke redenen: sinds 1528 was De
venter met het hele Oversticht immers in handen van Karei van Habsburg-
Bourgondië, de aartsvijand van de hertog, een toestand die tot september 1543
zou voortduren. Maar er waren dus ook dwingende geografische redenen: hier
lag de enige droge landtong tot aan een stadspoort. In die omstandigheden en
in die tijd was de bouw van het rondeel vóór de Nieuwstadspoort derhalve een
goede en moderne maatregel.
Maar dat was niet meer het geval in 1572! De kanonnen waren intussen
krachtiger geworden, en op grond van recente ervaringen en berekeningen was
de voorkeur van de toonaangevende Italianen nu verschoven in de richting van
de veel beter verdedigbare puntvormige bastions. Op tal van plaatsen waren de
moderne ideeën al verwezenlijkt, zelfs ook aan Zutphens zuidoostflank, tussen
de Vispoort en de Laarpoort. Maar voor het moderniseren van de veel méér
bedreigde noordflank had de stad geen geld - en waarschijnlijk ook geen besef
hoe urgent dit was.24
De bres werd Zutphen noodlottig
Zo kon het gebeuren, dat uitgerekend op de plek waar de stad zich het best en
'behoorlijk modern' beveiligd achtte, de vijand tot de aanval overging. Dat
kostte Don Fadrique bijna een week extra tijd: drie dagen omtrekkende bewe
ging door moeilijk terrein, anderhalve dag beschieting van het rondeel. Wegens
het erg vergevorderde seizoen had Alva zich over dit tijdverlies zorgen ge
maakt, zoals uit zijn brief aan de koning blijkt. Maar toen Zutphen eenmaal
stormenderhand veroverd was en 'voorbeeldig gestraft', werd dit weer spoedig
goedgemaakt door de snelle inname van tal van andere steden, die zich haastig
kwamen onderwerpen.
35