confrater Lucas Wadding bezig was met een groot werk over de hele geschiede nis van de Minderbroedersorde sedert de dagen van Sint Franciscus. Het deel van Waddings geschiedwerk met de mededelingen over de Zutphense gardiaan en zijn gewelddadige dood is gepubliceerd in 1648 en meermalen herdrukt (jongste uitgave: 1933); maar waarschijnlijk is het degenen die studie maken van Zutphens historie, nog nooit onder ogen gekomen.15 Overigens had Wad ding, als geboren Ier en werkend in het verre Rome, merkbaar meer moeite met de namen en bijzonderheden in Rensincks verhaal dan de Rijnlander Polius; ook laat hij diverse details weg en haalt feiten door elkaar. Gelukkig zijn Poli us' eigen notities, zoals ze in 1627 uit Keulen naar Rome waren gezonden, in 1975 boven water gekomen, waardoor we Rensincks verslag nu veel beter ken nen.16 Schrijvers uit de zeventiende eeuw Wat zojuist werd opgemerkt over het niet raadplegen van de Franciscaanse bronnen door latere 'Zutphaniologen', is ook van toepassing op een werk uit dezelfde tijd, Storie delle guerre van kardinaal Bentivoglio uit 1632, meermalen herdrukt en al in 1674 in het Nederlands vertaald.17 Over de val van Zutphen worden daar dingen opgemerkt die goed blijken te kloppen met onze alleroud ste bronnen dienaangaande. Daartegenover legt de voorstelling van zaken in de min of meer 'officiële' Nederlandse geschiedschrijving van de zeventiende eeuw andere accenten. Uiteraard willen wij hier niet uitmaken wie in dit geval gelijk heeft en wie niet. Wel moeten wij opmerken, dat de oudere Nederlandse historici - ondanks hun eigen bewonderenswaardige streven naar objectiviteit in de beschrijving - toch, gedwongen door de oorlogsomstandigheden en de sfeer van wederzijdse verkettering van toen, vooral hebben moeten steunen op nogal partijdige getuigenissen. In het heetst van de strijd, zo vóór 1598, moest men de vijand wel haten, verachten en tot zondebok maken. Voor de opstande lingen was dat een voorwaarde voor zelfbehoud, maar voor de historicus vormt zoiets niet bepaald het gunstigst mogelijke klimaat. Ook hier past daarom een 'audiatur et altera pars', dus hoor en wederhoor, om tot een eerlijk oordeel te kunnen komen, al was de tegenpartij uiteraard even hevig vooringenomen. Wat levert het op? Beoordelen we nu deze hele serie tot dusverre niet of nauwelijks of te vluchtig geraadpleegde bronnen naar de geschiedkundige waarde van de aanvullingen die zij bieden op onze al aanwezige kennis van de gebeurtenissen van 1572. Er blijkt heel wat kaf onder het koren te zitten! Zo is er sprake van aperte datum- fouten: Alva zou Zutphen niet op 16 november veroverd hebben, maar 'tegen 6

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1989 | | pagina 8