werd aan de weg via Zutphen de voorkeur gegeven. Aan deze beslissing zal een
bedrag van 200 gulden dat burgemeester Van der Capellen te 'bevoegder' plaat
se als smeergeld had uitgereikt, niet vreemd zijn geweest (M. en R. Zutphen
9 dec. 1646)!
Verder werd besloten voor de tijd van één jaar de Zutphense burger Frede
rick Uyttenhage als postmeester op de betrokken postroute aan te stellen.
Frederick had voordien aan de Staten-Generaal het aanbod gedaan tegen een
vergoeding van 6000 gulden per jaar het overbrengen van de brieven van de
Staten-Generaal en van haar gezanten tweemaal per week te verzorgen.
Intussen waren de gezanten van de Republiek eindelijk begin januari 1646
naar Münster afgereisd. Als pleister op de wonde ging hun reis via Deventer,
terwijl een deel van hun bagage per schip dan wel per as via Amsterdam en
Zwolle naar Münster werd vervoerd. Zij arriveerden aldaar 11 januari.
De postroute 's-Gravenhage-Münster verliep als volgt:
's-Gravenhage bestelmeester voor de post met een postknecht of
postjongen en een paard
Alphen (a.d. Rijn) een postknecht of postjongen met een paard
Harmeien een postknecht of postjongen met een paard
Amersfoort een paard en een jongen
Voorthuizen een paard en een knecht
Beekbergen een paard en een knecht
Zutphen bestelmeester voor de post met een postknecht of
postjongen en een paard
Lochem
De herberg Lebbenbrugge bij Borculo
Winterswijk
Gescher Stadlohn dan wel Gesscher Coesveld
Darup Nottuln
Münster
Op elke wisselplaats tussen Zutphen en Münster moesten eveneens een paard
en een postknecht voorhanden zijn. De onderlinge afstanden tussen de wissel
plaatsen waren gemiddeld vier uur. De gehele route tussen 's-Gravenhage en
Münster werd in 48 uur afgelegd, voor die tijd een hele prestatie.
Uyttenhage vervoerde portvrij de officiële en privé-correspondentie van de
Staten-Generaal, de Stadhouder, de Staatsraad, de gezanten en verdere heren
van de regering. Hij mocht privé-brieven van andere personen meenemen en
daarvoor ten hoogste berekenen de porto die gold voor brieven van Münster
naar Amsterdam-Den Haag en omgekeerd.
Op 13 januari 1646 zonden de Staten-Generaal een kopie van hun overeen
komst met Frederick Uyttenhage aan hun gezanten te Münster, met de op-
14