gende artikel, dat meteen ook de titel van dit onderzoekje aan alle lezers duide lijk zal maken. Noten 1. F. W. J. Scholten, 'Zutphens rampspoed door tijdgenoten ervaren; verhalende fragmenten over de gebeurtenissen in de jaren 1572-1584 uit Zutphense archieven', in: B. Looper en J. C. Riemens (red.), Geschiedenis in Zutphen, over geschiedschrijving, geschiedbeoefening en historisch besef; opstellen aangeboden aan dra. M. M. Doornink-Hoogenraad (Zutphen 1988) 33-39. 2. De Inneming van Zutphen door de Spanjaarden op 16 November 1572, [voordrachten door J. Gimberg en D. Bruins gehouden op 16 november 1922 voor het Departement Zutphen van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen] (z.pl., z.jr.). 3. 'Vier eeuwen geleden werd Zutphen uitgemoord: van een onzer verslaggevers', Zutphens Dag blad 16 november 1972. De schrijver beweert b.v., dat ds. Van Wullen zijn rede hield vijftig jaar na het gebeurde (dus in 1622, lees 1822!) enz. 4. D. van Wullen, Gedachtenis-Rede wegens de verovering der stad Zutphen door de Spanjaar den in November 1572, gehouden den 20 November 1822 (Zutphen 1823). - R. W. Tadama, Geschiedenis der stad Zutphen, van de vroegste tijden tot 1795 (Zutphen 1856, herdr. Schie dam 1976) vooral 202-208. 5. [L. P.] Gachard (ed.), Correspondance de PhilippeII sur les affaires des Pays-Bas II (Brussel 1851) 294-295. - Duque [de Berwick y] de Alba (ed.), Epistolario del IIIDuque de A/ba, Don Fernando Alvarez de Toledo (Madrid 1952) torn. III, 245-250. Zie ook noot 18. 6. Het betreft Hermann Graf von Neuenar und Mörs, zwager van de in 1568 onthoofde graaf van Horne; zijn brieven (Keulen 28 en 29 november 1572) in: G. Groen van Prinsterer (ed.), Archives ou Correspondance inédite de la Maison d'Orange-Nassau, Ie Série torn. IV (Leiden 1837) 25-29. Juist over de ramp van Zutphen zijn enige bijzonderheden weggelaten in de afge drukte briefcopie, zie p. 27 n. 2. 7. Proost Morillon aan kardinaal Granvelle (Brussel 30 november 1572) in: Ch. Piot (ed.), Cor respondance du Cardinal de Granvelle IV (Brussel 1884) 521-523. 8. Gebruikt is: P.Bor, Oorsprongk, begin en vervolgh der Nederlandsche oorlogen, beroerten en borgerlijke oneenigheden I (Amsterdam 1679) 415. Gimberg beschikte in 1922 over een af schrift van de minuut van deze brief blijkens zijn voordracht (zie noot 2), p. 8 noot 20. Alle drie de aangehaalde woorden waren anders gespeld! Wij hebben dit afschrift niet geraad pleegd. Zie ook noot 19. 9. H. Cannegieter (ed.), Henrici Harii Sicambri Tristium libri nunc primi editi (Arnhem 1766) 1-14. - Bruins las bij zijn voordracht (zie noot 2) een eigen metrische vertaling van de eerste Elegie voor, afgedrukt p. 15-22. 10. Dalmatius van Heel OFM, De Minderbroeder Aegidius de Monte, bisschop van Deventer f 1577 (Rotterdam 1935) 185-186. Wij konden niet controleren of de adressering achter op de brief zelf ook onjuist is. Zie noot 19 hieronder. 11. D. Caldecott-Baird (ed.), The Expedition in Holland 1572-1574 from the Manuscript by Walter Morgan (London 1976) 103-107. - D. W. Davies (ed.), Sir Roger Williams, The Acti ons of The Low Countries (Ithaca NY 1964) 80. 12. J. I. Pontanus, Historiae Gelricae libriXIV (Harderwijk 1639) 914. - Vertaald: A. van Slich- tenhorst, Geldersse Geschiedenissen (Arnhem 1654) 524-525. - De verslaggever van het Zut phens Dagblad (zie noot 3) maakte er een 'aloud rijmpje' van. Gimberg noemt in zijn voor dracht (zie noot 2, p. 7) het hele verhaal een verzinsel. 10

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1989 | | pagina 12