de oude bronnen nergens opgegeven. Wel noemt de graaf van Nieuwenaar en
Meurs in zijn brief drie gevangen bevelhebbers met name: Christoffel van IJs-
selstein (maar die was volgens anderen, o.a. Morgan, nog net op tijd ontsnapt),
Felix en Broekom (Perome bij Morgan), die opgehangen zouden zijn. Daar
naast suggereert hij hoogstens nog enkele tientallen andere 'kapiteins', die zo
aan hun einde waren gekomen.
Harius legt in zijn treurdicht vooral de nadruk op de plundering en inbeslag
neming, o.a. van levensmiddelen, en de daaruit voortvloeiende honger en ziek
ten in de winter, die dat jaar al zo vroeg begonnen was. Dezelfde nadruk op
de hongersnood vinden we bij De Monte: geen bijna totale uitmoording, maar
diefstal van eerste levensbehoeften had op langere termijn veel slachtoffers ge
maakt.
Bevestiging, maar ook nuancering
Wat dus al met al uit deze berichten naar voren komt, klopt wel met datgene
wat Gimberg en Scholten uit hun gegevens hadden opgemaakt: Zutphens
rampspoed heeft niet in de eerste plaats bestaan uit 'een enorm bloedbad' on
der de burgerij, want de honderden slachtoffers zullen vooral burgerwachten
zijn geweest, die wegens hun verzet tegen de koning ter dood werden gebracht.
Naarden is wel zo goed als uitgemoord, maar Zutphen niet, en dat laatste was
dus min of meer in strijd met Alva's bevel aan zijn zoon. De rampspoed heeft
grotendeels bestaan uit de plundering en verbeurdverklaring na de verovering,
iets waarover Alva naar het lijkt geen instructie aan Don Fadrique had gegeven,
maar wat in die tijd tot de vaste traditie behoorde. De echte plundering schijnt
maar drie uur geduurd te hebben (dat was ongewoon kort); maar in combinatie
met de officiële inbeslagneming daarna moet zij juist daarom veel schade heb
ben aangericht, omdat het eigenlijk al winter was. Zou deze grootscheepse
diefstal te voorkomen zijn geweest, als in het rondeel voor de Nieuwstadspoort
niet zo snel een wijde bres was geschoten? De capitulatie van de stad, waarover
men op de IJsselbrug nog onderhandelde, was immers bijna rond.
De hier besproken oude bronnen verdienen een nog veel zorgvuldiger bestu
dering, en dan publicatie van de resultaten in een zodanig leesbare vorm voor
de gemiddelde Zutphense lezer, dat er een eind kan komen aan de overdreven
verhalen over het gebeurde in 1572. Een krantenkop als 'Vier eeuwen geleden
werd Zutphen uitgemoord' zoals nog in 1972 gebruikt, is nu al niet meer te ver
teren. Als dat boekje eenmaal ter tafel ligt, is zo'n kop ook niet meer te ver
wachten.
Onze tweede gezichtshoek van waaruit de ramp van 1572 kan worden beke
ken is: was deze katastrofe, goeddeels veroorzaakt door de bres, te voorkomen
geweest, of althans te voorzien en is zij ook voorzien? Hierover gaat ons vol-
9