slachtoffers blijft eisen. Ook de stadsgeneesheer Knockers van Oosterzee wordt
besmet en overlijdt.
Pas in 1860 blijken de bezwaren tegen de gezondheidscommissie te zijn weg
genomen en worden de leden benoemd.
De verordening van 1857
In deze tijd komt er wel een bouwverordening tot stand, vastgesteld op 24-11
1857 en afgekondigd op 24-12-1857.
Noch uit raadsverslagen, noch uit kranteberichten uit die tijd blijkt, wie hier
de promotor van was. Gezien de formulering en de veelheid van voorschriften
mag vermoed worden, dat stadsarchitect Langenberg, gestimuleerd vanuit het
gemeentebestuur, hier de hand in heeft gehad. De indeling is in twee hoofdstuk
ken:
- hoofdstuk I, over het bouwen en vernieuwen van huizen:
er worden voorschriften gegeven over het hoogtepeil en het toetreden van
licht en lucht door raamopeningen; er moet een stenen of houten vloer aan
gebracht worden; woningen niet aan de openbare weg staande, moeten aan
de achterzijde via open plaatsen voldoende toetreding van licht en lucht
hebben; iedere woning moet een secreet hebben, voorlopig nog met wat uit
zonderingen; voor het afbreken wordt een serie voorschriften gegeven, die
de amotieverordening van 1826 overbodig maken.
- hoofdstuk II, over het toezicht op de kleine woningen:
De voorschriften zijn gericht op het verbeteren en desnoods afbreken van
kleine woningen, die voornamelijk door de geringe volksklasse worden be
woond; een belangrijke taak wordt gegeven aan de gezondheidscommissie,
die op verzoek van B W en op eigen initiatief rapprteren moet aan B
W; woningen, die geen houten of stenen vloer, of geen secreet hebben, kun
nen ter bewoning ongeschikt worden verklaard; de gezondheidscommissie
kan aanwijzingen geven ter verbetering van woningen, waardoor ze behou
den kunnen blijven; geldboetes worden vastgesteld, niet alleen voor de eige
naren, maar ook voor de bewoner, die de onbewoonbaar verklaarde wo
ning blijft bewonen; mest mag er in de woningen niet bewaard worden,
evenmin mogen er runderen, varkens, schapen of bokken in woningen wor
den gehouden.
Het optreden van de gezondheidscommissie
Aangezien de leden van de gezondheidscommissie pas op 30-5-1860 voor de
eerste keer bijeenkwamen, zal er van toezicht, zoals omschreven in bovenstaan
de bouwverordening, weinig terecht zijn gekomen.11
97