OUD-ZUTPHEN, TIJDSCHRIFT VAN DE HISTORISCHE VERENIGING ZUTPHEN
ZEVENDE JAARGANG, NUMMER 4, DECEMBER 1988
Inhoud: J. van Huffelen, e.a., Zutphense bouwverordeningen in de negentiende eeuw Bert Loo-
per en Ellen Kwint, De dood van de Librije.
C. J. BOUMAN-SLEGTENHORST, J. D. M. VAN DER MEER-HENDRIKS
J. VAN HUFFELEN
bezien in het licht van woningtoestanden en gezondheidssituaties1
Inleiding
Het begin van de negentiende eeuw was een periode van ernstige teruggang in
heel Europa. De veroveringen van Napoleon brachten het continent bijna ge
heel aan de rand van de afgrond. Toen de keizer voor Moskou zijn nederlaag
leed en uiteindelijk bij Waterloo definitief verslagen werd, bleven vele landen
sterk verarmd achter.
De Weense Conferentie verenigde Noord- en Zuid-Nederland, met de bedoe
ling een sterk blok te vormen tegen Frankrijk. Maar de belangen van Noord
en Zuid lagen zover uiteen, dat dit uitliep op een afsplitsing van het Zuiden in
1831. De schutterijen namen aan de krijgshandelingen deel, waardoor weder
om vele burgers aan hun normale werk onttrokken werden.
Al deze oorlogen hadden tot gevolg, dat er een geest ontstond van afwachten
en gebrek aan initiatief om uit deze misère omhoog te klimmen. Zorg van de
overheid uit planologisch opzicht ontbrak geheel, evenals supervisie op de tech
nische aspecten van de bouw en toezicht op het punt van de Volksgezondheid.
Zo ontstond een huisvesting van de mindere man, die zeer bedroevend was.
93
ZUTPHENSE BOUWVERORDENINGEN
IN DE NEGENTIENDE EEUW