georiënteerde magistraatsbibliotheek wordt al gauw het venster van Zutphen op de wereld, hoe klein de groep ook was die door dat venster mocht kijken. Waardoor werd nu de omslag veroorzaakt? Hadden de Zutphenaren geen behoefte aan een openbare bibliotheek? Ontbrak het aan een bloeiend cultureel leven? Deze factoren zullen een rol hebben gespeeld. Vooral het lage peil van de Latijnse school kan de vorming van een goede boekerij hebben belemmerd. De Librije is in de versukkeling geraakt omdat de stedelijke overheid een ver stikkende invloed ging uitoefenen. Na de geloofsovergang behield de Librije haar maatschappijvormende functie, maar het was de stad die de richting wilde bepalen. In de eerste decennia van de zeventiende eeuw was de Librije voor de magistraat en de kerkeraad een belangrijk middel in het 'calviniseringsproces' van de stad. Uit een Nijmeegs onderzoek, uitgevoerd door prof. dr. M.G. Spiertz en een aantal studenten, blijkt dat een stelselmatige indoctrinatie plaatsvond. In een korte tijd moest de bevolking de calvinistische leer worden bijgebracht. Er kwam een nauwe samenwerking tot stand tussen stadsbestuur, kerkeraad en predikanten, met name Willem Baudartius. De Librije fungeerde in die cruciale periode als 'ideologisch centrum'Niet zoals Slindewater had be doeld - een plek waar belangstellenden kennis konden nemen van 'goede' boeken maar als een exclusieve plek waar de calvinistische voormannen zichzelf vormden en van waaruit zij als verlichte voorhoede de bevolking de nieuwe leer bijbrachten. De verlichte voorhoede stelde nieuwe normen, leerde een nieuwe ethiek. Dat moest in snel tempo gebeuren. Het was beslist niet de bedoeling dat de mensen zelf gingen studeren. Komen nu de feiten tegen deze achtergrond ook in een ander licht te staan? Na 1600 gaat de stedelijke overheid zich met de Librije bemoeien. Meinsma zegt dat dat komt omdat de kerk niet meer alleen voor de kosten kon opdraai en. Maar de toenemende overheidsbemoeienissen kunnen we ook zien in ver band met het zojuist genoemde samenwerkingsverband tussen magistraat, ker keraad en predikanten. Waarom laat de magistraat in 1608 het slot op de Librije veranderen en mag niemand er meer in? Is dat omdat, zoals Meinsma veronderstelt, teveel boeken uit de Librije worden gestolen? Of vreest men in Zutphen dat de in de Repu bliek sluimerende godsdiensttwisten ook in de stad tweedracht zullen veroorza ken? Was de sluiting van de Librije een voorzorgsmaatregel? Wilde men voor komen dat andersdenkenden zich met kennis uit de Librije zouden wapenen? Het nieuwe beleid heeft blijkbaar geholpen, want Zutphen is vooral door toedoen van Baudartius contra-remonstrants gebleven. Kort na afloop van het Twaalfjarig Bestand benoemde de magistraat een 'inspecteur' van de Librije. In de periode 1600-1640, de periode van Baudartius, voerde men nog een ac tief aanschafbeleid. Maar rond 1640 was het 'calviniseringsproces' voltooid en verloor de Librije haar actuele functie. Er was voor de Librije geen rol meer 111

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1988 | | pagina 21