De consideratiën van Slindewater luiden als volgt:
1de bibliotheek zal een studieruimte zijn voor de kapelaan en andere predi
kanten;
2. juristen, medici, e.a., zullen er de boeken vinden die zij nodig hebben;
3. de bibliotheek is een eer voor de hele stad;
4. vreemdelingen zullen ook van het boekenbestand kunnen profiteren;
5. de boeken zullen het Christelijke geloof steunen: sommigen zullen weer op
het rechte pad worden gebracht, anderen zullen in hun geloof worden
gesterkt;
6. door het lezen van de boeken zullen de mensen vroomheid, deugden en
goede zeden aanleren;
7. de bibliotheek is van nut voor mensen die wel gestudeerd hebben, maar zelf
geen boeken bezitten;
8. de Librije zal van grotere waarde zijn dan goud of zilver, want boeken
doen meer goed aan lichaam en ziel dan kostbare aardse goederen;
9. boeken brengen rust en ontspanning;
10. de Librije kan een voorbeeld zijn voor andere steden;
11. Bijbelstudie bereidt de mensen voor op hun zaligheid;
12. in de Bijbel vindt men troost;
13. het is belangrijk dat men in de Librije de 'Wett des Hern' en de uitleg daar
van kan raadplegen;
14. de Librije kan de mensen tot de goede leer en een heilig leven brengen;
15. in de boeken vindt men wijsheid;
16. het raadplegen van de boeken in de Librije maakt het onmogelijk andere,
nutteloze dingen te doen;
17. in steden als Rome, Bologne en Parijs zijn vele geleerde lieden, die de we
tenschap beoefenen; in Zutphen kan dit voorbeeld gevolgd worden, mits
alle belangrijke boeken aanwezig zijn; de Librije kan de voorwaarden
scheppen.
'Waar dit alles het gevolg zal zijn van de stichting van een goede boekerij, welk
een eer moet het dan zijn voor het kapittel, voor de kerk, voor de gehele stad,
als er werkelijk een Librije tot stand komt'. Zo besloot Slindewater zijn uitge
breide betoog. Dit moest wel indruk maken op de lezers en de schrijver was er
dan ook van overtuigd dat zijn plan uitgevoerd zou worden. Uit deze opsom
ming blijkt dat kerkmeester Slindewater zich optimaal inzette voor de zaak die
hij beoogde. Het ging hem er vooral om het katholieke geloof te sterken om
zo een bolwerk te kunnen opwerpen tegen de Hervorming.
Er werd hulp gevraagd aan de stad om de bouw van de Librije en de aanschaf
van nieuwe boeken te kunnen bekostigen. Uit (concept?)-brieven die Slindewa
ter aan keizer Karei en aan de bisschop van Utrecht richtte, kan worden gecon-
106