BERT LOOPER EN ELLEN KWINT
Inleiding
In het afgelopen jaar is er veel aandacht besteed aan de Librije in onze stad.
In februari verscheen bij het Gemeentearchief de inventaris van de collectie we
tenschappelijke aantekeningen van Koenraad Oege Meinsma, de man die rond
de eeuwwisseling de Librije landelijk en internationaal bekend maakte. In mei
verscheen een reprint van Meinsma's studie over de Librije. In de feestbundel
voor mevr. dra. M. M. Doornink-Hoogenraad komt de Librije herhaaldelijk
aan de orde, o.a. in een artikel over de historische werken als onderdeel van
het totale boekenbestand.
Men zou kunnen denken dat over de geschiedenis van de Librije weinig
nieuws meer gezegd kan worden. Eén belangrijke vraag is echter nog nooit
beantwoord: waarom werd de Librije in het begin van de zeventiende eeuw al
een 'dode' bibliotheek; waarom is het oorspronkelijke karakter van de Librije
- een openbare bibliotheek - niet gehandhaafd? In dit artikel wordt nader
ingegaan op dit raadsel. Na een inleiding van Ellen Kwint, die ten doel heeft
uw geheugen op te frissen, gaat Bert Looper in op de lotgevallen van de Librije
in de eerste helft van de zeventiende eeuw.
Ellen Kwint schreef haar stuk als onderdeel van haar VWO-scriptie. De para
graaf 'de dood van de Librije' is een bewerking van de lezing die Looper op
8 oktober jl. hield in de St. Walburgskerk tijdens de jaarvergadering van de
Stichting Librije.
De voorbereidingen en de bouw van de Librije
In het jaar 1561 werd met de bouw van de Librije begonnen. Volgens de toen
malige kerkmeester Coenraad Slindewater moest er een 'librarie' worden ge
bouwd tussen de Raadskapel en het knekelhuisje. Dit gebeurde ook: de huidige
Librije sluit met de ene zijde aan aan de nog bestaande Raadskapel; het knekel
huisje aan de andere zijde is verdwenen.
Rond 1555 had Slindewater al een verhandeling geschreven, waarin hij ze
ventien redenen en argumenten noemde voor de bouw van een nieuwe Zut-
phense bibliotheek. Het is interessant de argumenten van Slindewater nog eens
op een rijtje te zetten. Zij geven een goed beeld van Slindewaters ideeën en ge
deeltelijk ook van het leven van de Zutphense bevolking in die tijd.
105
DE DOOD VAN DE LIBRIJE