OUD-ZUTPHEN, TIJDSCHRIFT VAN DE HISTORISCHE VERENIGING ZUTPHEN
ZEVENDE JAARGANG, NUMMER 3, SEPTEMBER 1988
Inhoud: H. M. Ie Grand, C. B. Oorthuys en R. Schreuder, De Opheffing van de Gilden in Zutphen
Wetenswaardigheden (23) C. F. J. Schriks, Aanvullingen bij de kleine historie van de Groote
of Oranje Sociëteit Zutphen 1988 M. R. Hermans, Het raadsel ontrafeld: De sociëteiten te Zut
phen 1763-1815 H.J.Besaris, Uit het Museum V C. E. M. Reinders, Een achttiende-eeuwse
zilveren theepot.
H.M.LE GRAND, CBOORTHUYSR. SCHREUDER
Inleiding
Op 9 oktober 1798 werd in de gemeenteraad van Zutphen de publikatie voorge
lezen, waarin stond dat de gilden binnen acht dagen ontbonden moesten wor
den.
De desbetreffende stukken werden aan de gemeenteraadsleden Van Hasselt
en Van Lamsweerde ter hand gesteld voor nadere bestudering en vervolgens ad
visering aan het gemeentebestuur.1
Wat ging er aan dit bericht vooraf? Wat werd er daarna gedaan? Wat was
de betekenis van deze verordening?
In het kader van de cursus Archiefonderzoek, welke begin 1988 door de ar
chivaris van het Gemeentearchief te Zutphen, de heer drs. B. Looper, werd ge
geven, bestudeerden wij de problemen rond het opheffen van de gilden te Zut
phen, en trachtten wij een antwoord te geven op bovenstaande vragen.
Inzicht in de algemene problematiek met betrekking tot de gilden verkregen
wij o.a. door bestudering van het proefschrift van C. Wiskerke, De Afschaf
fing der Gilden in Nederland.2
Voor wat betreft de situatie in Zutphen putten wij uit bronnen in het Ge
meentearchief van Zutphen en in het Rijksarchief Gelderland te Arnhem. Deze
bronnen kunnen worden verdeeld in:
61
DE OPHEFFING VAN DE GILDEN IN ZUTPHEN