Zowel in Brummen als in Zutphen moet ingevolge artikel 131 van de gemeente wet een 'commissie uit de ingezetenen' worden gekozen onder voorzitterschap van de burgemeester. Zowel de commissies als de gemeenteraden moeten hun oordeel geven over de voorgestelde regeling. De samenstelling van de Brum- mense commissie is als volgt: Joh. Cromhout, J. W. Lentink, mr. H. A. C. Me- telerkamp, W.A.C.de Vree, G.D.Uittien, J. A. Insinger, G.M.Uittien, J.L.van Eek, J. Wagenvoort, G. J. Schutter, H. Beker, G. Beker en A. Ha mer. De Zutphense commissie bestaat uit: mr. A. van Bergen, D.Albers, W. A. F. H. de Bas, W. Abbing, H. J. Makkink, G. J. Hamer, G. Massink, mr. F. R. Pennink, D.L.van Elk, J.Dengerink, mr. D.Evekink, H.de Haas, G. J. Wijers, G. J. Roosegaarde en G. J. Klaassen. De commissie van Brummen concludeert, nadat alle in het verleden genomen besluiten nog eens de revue zijn gepasseerd, dat de afscheiding van De Hoven niet in het financieel belang van de gemeente is, maar wel zeer gewenst is voor de betrokken inwoners. De door Gedeputeerde Staten geformuleerde voor waarden zijn acceptabel. Wel moet uitdrukkelijk worden vastgelegd dat per sonen die vóór de grenswijziging in De Hoven geboren zijn en die in de toe komst op ondersteuning ingevolge de Armenwet aanspraak mochten maken nooit ten laste van de gemeente Brummen door Zutphen verpleegd zullen kun nen worden. De Brummense gemeenteraad stelt zich op hetzelfde standpunt als de commissie. De raad van Zutphen stemt ook in met de voorwaarden van Ge deputeerde Staten maar blijft het betreuren dat wat Brummen betreft de perce len C35, 36 en 69 bij de grenswijziging buiten beschouwing blijven. De Zutphense commissie heeft wat meer tijd nodig dan de Brummense om een standpunt te bepalen. Na twee vergaderingen blijkt dat geen der leden financieel voordeel verwacht van de grenswijziging maar dat het belang van de betrokken inwoners de doorslag moet geven. Eén der leden voorziet alleen maar nadelige financiële gevolgen en verklaart zich tegen de grenswijziging. Tenslotte wordt er door de commissie nog op aangedrongen dat ook de per celen C35, 36 en 69 aan Zutphen zullen worden toegevoegd. Gedeputeerde Staten constateren naar aanleiding van de binnengekomen reacties dat zowel de beide gemeenteraden als de commissies met het toegezon den ontwerp kunnen instemmen. Door over en weer aan eikaars wensen tege moet te komen moet een definitieve oplossing mogelijk zijn. In het register van uitgaande brieven van de gemeente Brummen komt een op 29 november 1860 gedateerde, maar blijkens een nadere aantekening niet verzonden brief voor van de burgemeester aan zijn ambtsgenoot te Zutphen met de mededeling dat hij voornemens is om zowel aan de gemeenteraad als de commissie uit de inge zetenen voor te stellen akkoord te gaan met de toedeling van de percelen C 35, 36 en 69 aan Zutphen, mits Zutphen instemt met de door Brummen gestelde voorwaarde betreffende de armenzorg. Hij stelt voor om in Zutphen op dezelf- 26

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1988 | | pagina 8