ders werd de zorg voor de niet tot een bepaald kerkgenootschap behorende
armen uit De Hoven overgelaten.
In april 1855 beklaagde het Brummense gemeentebestuur zich er bij het pro
vinciaal kerkbestuur over dat 'geene diaconie zich het lot wil aantrekken' van
de armen in De Hoven, die daar in grote getale aanwezig blijken te zijn. Oor
zaak hiervan was de blijkbaar nog steeds niet definitief geregelde kerkelijke
indeling van de buurtschap (in 1835 was wel een regeling getroffen voor de
armenzorg in De Hoven, maar niets vastgesteld over de kerkelijke indeling van
het gebied). Een langdurige briefwisseling tussen de gemeente enerzijds en Ge
deputeerde Staten en het provinciaal bestuur anderzijds bracht hierin geen op
lossing. Beide instanties waren van mening dat een en ander een kwestie was
van kerkelijk resp. burgerlijk bestuur. Nadat men er in Brummen genoeg van
had om op deze manier van het kastje naar de muur te worden gestuurd werden
afschriften van de gevoerde correspondentie ter beoordeling aan de minister
van Binnenlandse Zaken gestuurd. Uiteindelijk leverde dit een uitspraak op
van het classicaal bestuur te Arnhem dat het gebied in kwestie 'sedert onheug
lijke tijden heeft behoord tot de Hervormde gemeente van Voorst' en dat er
geen reden was om hierin verandering te brengen.
Ook al was er nu duidelijkheid over de vraag welke kerkelijke gemeente in
eerste instantie was aangewezen om de armen in De Hoven financieel te steu
nen, de toepassing van de Armenwet 1854 legde vanaf haar invoering, ook wat
het gebied van De Hoven betreft, een zware financiële druk op bijna alle (bur
gerlijke) gemeenten. In de jaarlijkse Brummense gemeenteverslagen wordt dit
steeds opnieuw nadrukkelijk naar voren gebracht en vanuit alle hoeken van het
land bereikten vele verzoeken de centrale overheid om de wet te wijzigen. Het
valt buiten het kader van dit artikel om hierop nader in te gaan; uit het voren
staande moge wel duidelijk geworden zijn hoe nauw de armenzorg in een buurt
schap als De Hoven verbonden was met de kerkelijke indeling van het gebied.
Beukerstraat 77 - Zutphen - Telefoon 05750 - 1 97 17
29
vdbrink