Op 5 mei 1945 wordt een nieuwe boom geplant. Dit gebeurt na een massabij
eenkomst voor het gemeentehuis ter gelegenheid van de Duitse capitulatie. Vier
leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (de ondergrondse) heb
ben de boom naar het plantgat gedragen. Enkele jongens van de jeugdgevange
nis dragen de in een loden buis verpakte oorkonde en spaden.
De gedachten van drie van de omstanders zullen zeker teruggegaan zijn naar
december 1940. Het zijn de heren H. G. J. en G. C. Schillemans en J. Bokma.
De eerste twee, uitgever en hoofdredacteur van de Zutphensche Courant, wer
den naar aanleiding van het bovengenoemde stuk gevangen genomen en gedu
rende drie maanden opgesloten. De derde was commissaris van politie en werd,
met de burgemeester, gevangen gezet omdat zij beiden niet hadden voorkomen
dat Zutphense burgers hun verknochtheid aan het Oranjehuis toonden door de
daad van het vandalisme met bloemen te bedekken. Burgemeester Dijck-
meester overleed in Duitse gevangenschap.
De herplanting geschiedde door waarnemend burgemeester jr. mr. C. C. de
Jonge. De tekst van de oorkonde, die in het plantgat werd begraven, luidt:4
Verslagen Zutphenaren bij de afgezaagde boom (foto ReesinckZutphen; coll. Stedelijk
Museum Zutphen).
1