op 6 april bevrijd werd. Ook daar hebben de Duitsers veel tegenstand geboden.
De Weg naar Laren werd bestreken door een Duitse tank, die nabij de Leeuwe
riklaan stond opgesteld en er bleef de Canadezen niets anders over om via de
achtertuinen de Deventerwegbrug te bereiken. Die brug was relatief gemakke
lijk over te steken, hoewel ook deze was opgeblazen. Doordat het brugdek op
een groot aantal pijlers rustte, die boven de waterspiegel waren afgebroken,
was de brug als het ware een aantal meters gezakt. Dan volgt hieronder het ver
haal van Rev. Hickey.
Zutphen
Deze wonderlijke plaatsnaam zal weinigen iets zeggen. De Nederlanders stellen
zich hierbij een aardig plaatsje voor nabij de Duitse grens. Voor vele veteranen
betekent het een ware nachtmerrie, die vergeleken kan worden met die van Kep-
peln en Carpiquet. Hier vochten we onze laatste harde strijd uit tegen de fana
tieke Nazi's, die terugvochten met de wanhoop van in het nauw gedreven rat
ten. De grote moed en het uitstekende inzicht van kolonel Gordon maakten
hem tot een waardig opvolger van kolonel Rowley.
De 'B' compagnie onder leiding van majoor Hamley, drager van het Military
Cross, en de luitenants Doig, Whinston en Kearns opende de aanval. De tegen
stand was verschrikkelijk. Alle bruggen waren opgeblazen, de grond was te
zacht voor tanks en de enige dekking die de manschappen konden vinden, wa
ren de dijken waar het wemelde van de scherpschutters en Duitse machinege
weernesten. Ik moest meer dan twintig man in Zutphen begraven en de meeste
van hen waren neergeschoten door Duitse scherpschutters.
Er was één ding dat in Zutphen opviel. De Duitsers schoten niet op onze ge
wondenverzorgers, zoals zij vroeger wel plachten te doen. Ze waren verstandig
genoeg om te weten dat het einde nabij was en dat Canadese soldaten niet ge
makkelijk vergeten.
Handig gebruik makende van de dijken, probeerden de Duitsers te infiltreren
in onze gelederen, maar dat was voor onze jongens een oude truc en zij waren
er wel op verdacht. Zo'n twintig vijandelijke manschappen probeerden door
te dringen naar het compagnies-hoofdkwartier, maar majoor Hamley greep
een stengun van een jongen die gewond geraakt was, opende het vuur op de
Duitsers en stelde hen al gauw buiten gevecht.
Twee soldaten, Munroe en Daley, vertoonden een staaltje van buitengewone
moed, toen zij zich een weg terugvochten en zich bij de compagnie voegden.
Maar het werd erger. Majoor Hamley raakte gewond. Luitenant Kearns nam
het commando over, maar na een paar minuten werd ook hij geraakt. Luite-
2