I. Oude gegevens
Over de farmacie te Zutphen biedt Stoeder (1891) geen gegevens. Het is eerst
in 1906 dat we er iets over kunnen vernemen. De Zutphense stadsarchivaris
J.Gimberg liet toen een korte bijdrage verschijnen over de Zutphense sta-
dambtenaren.5 Hierin noemde hij allereerst vier stadsmedici die hij in de stads
rekeningen uit de 15e eeuw had weten te ontdekken: Henric van Roer (1427),
meester Johan van Kampen (1478), meester Henrick (1482) en meester Derick.
In een voetnoot noemt hij vervolgens Wilhelmus apotecarius uit 1387. Deze
apotheker mocht geen belangengemeenschap hebben met de stadsdokter.
In 1915 publiceerde J. W. W(ijndelts) zonder commentaar een transcriptie
van de tekst van de aanstellingsakte (door D. A. Wittop Koning als keure op
de uitoefening van de pharmacie aangemerkt6) van de stadsapotheker Vrijdach
Schurckman uit 1594.7 Als bron geeft de auteur zonder verdere bijzonderheden
alleen het Kentenisboek van de stad Zutphen op. Een kopie van de akte is weer
gevonden in het Oud-Archief van de Gemeente Zutphen, echter pas na de
publikatie van de archiefinventaris.8
De inhoud van het stuk leert ons dat de stad net Dr. Henricus van Bra als
stadsmedicus heeft aangenomen. Vrijdach Schurckman wordt hierbij aan
gesteld als stadsapotheker omdat zoals het heet, een stadsmedicus zonder apo
theek niets of weinig kan uitrichten. De bepalingen voor Schurckmans aanstel
ling zijn de volgende:
1De apotheker wordt aanvaard voor drie achtereenvolgende jaren. Aanvang
is Pasen 1595.
2. Hij krijgt een jaarlijks salaris van 25 stadsgulden aan 28 stuivers 't stuk.
3. Hij krijgt vrijstelling van dag- en nachtwacht alsook van garnizoenaccomo-
datie.
4. Zijn enkelvoudige (simplicia) en samengestelde (composita) geneesmiddelen
moeten vers zijn en hij mag niet substitueren (quid pro quo).
5. De visitatie (inspectie) van de apotheek zal geschieden door de stadsdokter
samen met enkele gecommiteerden uit de Raad.
6. Mocht hij vermoeden hebben dat er opzet tot vergiftiging bestaat, dan mag
hij de medicijnen niet afleveren.
7. Hij zal ook advies verstrekken aan de Raad mochten zich andere apothekers
in de stad vestigen of kwakzalvers opduiken.
8. De receptbriefjes zal hij als bewijsstukken in liassen bewaren.
De Zutphense apotheker H. W. A. Behrens liet in 1915 en 1916 enkele phar-
maco-historische bijdragen verschijnen in het Pharmaceutisch Weekblad.9 Hij
vermeldt in zijn publicaties de aanstelling van Vrijdach Schurckman op 9 okto
ber 1594, die volgens hem de eerste Zutphense stadsapotheker was. Behrens
weet ons verder in te lichten over het feit dat Schurckman kort na zijn aanstel-
98