de tekens gebruikte men vormen uit lei- of speksteen of ban gebakken klei. In
de meeste gevallen ging het hierbij om typische volkskunstuitingen en traditio
neel vakmanschap.
Het maken en verkopen van dit middeleeuwse massa-produkt was vrijwel
steeds het monopolie van de plaatselijke geestelijke hoogwaardigheidsbekle
ders. Om de illegale handel in pelgrimstekens tegen te gaan werden er certifica
ten van echtheid bijgeleverd. Op de aantasting van deze rechten stonden zware
kerkelijke straffen. De produktie van deze tekens werd uitbesteed aan de gil
den, maar de massale en onberekenbare vraag stelde de gilden voor grote tech
nische en organisatorische problemen. Om een indicatie te geven: in het Maria-
bedevaartsoord Einsiedeln werden in 1466 in veertien dagen 130.000 insignes
verkocht. Johannen Guttenberg boog zich over het tijdrovende produktie-
systeem van de gietvormen en ontwikkelde in Straatsburg een gemechaniseerd
proces. In Aken werd in de drukte bedevaartsmaanden tussen Pasen en St. Re-
migiusdag op 1 oktober de produktie en verkoop van elle devotionalia vrijgege
ven, omdat men de vraag niet aankon. Naast de goedkope tin-loodlegering
werden ook in zilver of verguld zilver insignes gemaakt ten behoeve van de
meer kapitaalkrachtige pelgrims. Bedevaarttekens van goud werden voor de
vorstelijke bezoekers met de hand gemaakt door edelsmeden.
Voor de reizigers waren de insignes een herkenningsteken van hun pel-
grimsstatus. Om de insignes te kunnen bevestigen op kledingsstukken, hoed,
pelgrimsstaf of rozenkrans werden er 'oogjes' aangemaakt. De pelgrimstekens
boden bescherming op de lange en vaak ook gevaarlijke route en ze gaven de
garantie onderweg van de 'Werken van Barmhartigheid' (eten, drinken en on
derdak) te kunnen profiteren. Ook in het verdere leven van de pelgrim speelde
het insigne een rol en had het een diepere betekenis dan alleen reissouvernir.
Vooral bij de laat-middeleeuwse spiegel-devotionalia was dit het geval. De
stukjes glas in het insigne konden het beeld van de getoonde relieken opvangen
en vasthouden, zodat de drager van dit insigne voor de rest van zijn leven
kracht, heil en zegen tegemoet kon zien. Zo werden de insignes uiteindelijk zelf
tot reliek. Naast deze persoonlijke devotie werden de insignes voor allerlei bij
gelovige en magische praktijken in de volksgeneeskunde gebruikt. Een voor
beeld daarvan was het gebruik om afgietsels van bedevaarttekens op kerkklok
ken aan te brengen om de klok te beschermen en om de onweer- en demonen-
afwerende kracht, die het volksgeloof van oudsher aan klokgelui toeschreef,
te versterken.
Ook in Aken groeide de handel in pelgrimstekens uit tot een ware industrie.
Eenmaal in de zeven jaar werd hier de 'Grossen Heiligtumsfahrt' gehouden,
waarbij de vier grote heiligdommen van de stad getoond werden aan de toestro
mende pelgrims. Dit waren de tunica van Maria, de windselen van Christus,
de onthoofdingsdoek van Johannes de Doper en de lendedoek van Christus.
110