Begin 1930 richt het bestuur van de Zutphense Zwem- en Poloclub 'De Jonge
Kampioen', als organisator van de acht-kilometer-wedstrijd zich tot het college
van Burgemeester en Wethouders. Volgens het bestuur is dit festijn één van de
weinige, jaarlijks terugkerende gebeurtenissen die gedurende enige weken de
aandacht op Zutphen vestigen.
Tot nu toe heeft men steeds op de vrijwel onbegrensde steun van de Weled.
Geb. Hr. Ed Völcker wonende op 'Huize de Voorst' te Eefde kunnen rekenen.
Maar omdat steeds vaker op hem een beroep wordt gedaan, kan niet meer
op een evengrote steun van hem worden gerekend. Het is echter gebleken dat
een dergelijk groot waterfestijn slechts zelden financieel bevredigend kan wor
den afgerond. Daarom vraagt het bestuur de gemeente garant te willen staan
voor een bedrag van 250,
In juni praat de raad over het verzoek en is, als zo vaak, verdeeld.
Eén raadslid is om twee redenen tegen. In de eerste plaats omdat het op zon
dag gehouden wordt, en in de tweede plaats omdat subsidie gebruikt wordt
voor diners, logies e.d. Weer een ander vindt een garantie van 100,vol
doende. Maar de meerderheid ziet in het voorstel een aanmoediging voor de
sportbeoefening en de raad gaat met negen voor en zeven stemmen tegen, ac-
coord met de garantie.
In maart 1938 stelt het bestuur van 'D.J.K.' de ledenvergadering voor de
zwemwedstrijd niet meer te houden omdat het de vereniging te veel kost. On
danks allerlei versoberingen en een maximum aan zelfwerkzaanheid bedragen
de uitgaven in 1937 nog 932,Dit bedrag kan bij lange na niet gedekt wor
den uit de inkomsten. Er zal van de gemeente garantie gebruik gemaakt moeten
worden om het nadelig saldo groot 182,weg te werken.
Het voorstel lokt zeer veel discussie uit.
Allerlei voorstellen worden gedaan maar ten slotte gaat een grote meerder
heid accoord met het bestuursvoorstel. Wel wordt er aan toegevoegd dat dit al
leen voor 1938 geldt. Mochten er in de komende jaren mogelijkheden zijn om
de wedstrijden buiten bezwaar van de vereniging en de verenigingskas te hou
den dan zal er in de ledenvergadering opnieuw over gepraat moeten worden.
Zowel de economische- als de oorlogsomstandigheden maken het onmoge
lijk de wedstrijddraad weer op te pakken.
De eerste wedstrijd wordt pas weer gehouden in 1948. De aanmelding voor
deelname is erg groot. Op een gegeven moment moet het bestuur zelfs over
gaan tot een aangifte-stop. Op 15 augustus 1948 worden 's morgens om 8.00
uur de begeleidingsboten naar het startpunt gesleept. Na het afmeren gaan zij
met de boot die hen heeft opgesleept terug naar de stad. De deelnemers verza
melen zich om 12.30 uur op het Stationsplein. In optocht gaat men door de stad
naar de IJsselkade waar de boten klaar liggen om hen, de jury en de helpers
naar de start in Kortenoever te brengen.
78