het vaarwater gezeten. De werkinrichting van de diaconie was een kunstmatige werkverschaffing voor bedeelden, terwijl de wolfabriek Meister zich bewoog op het gebied van de vrije werkgelegenheid. De wolfabriek biedt aan het eind van de eeuw aan meer dan 100 mensen werk en heeft bestaan tot ongeveer 1812. Veel hulp verleent Martinet ook aan de oprichting van een spinschool door bur gemeester Van Nagell, 'ten einde binnen deze Stad de Bedelarien met effect te weren en de arme kinderen, thans wegens gebrek aan werk ledig lopende, door een nuttigen arbeid tot geschikte leden van de Maatschappij te maken. De school wordt geopend op 1 mei 1793. De fabrikant J. Rinkeier Slagthuis zegt toe de nodige ruwe katoen en wol te leveren en bovendien de gesponnen garens weer af te nemen. De kinderen ontvangen een loon van 3 a 4 stuivers per week, dat via de diaconie aan de ondersteunde ouders wordt uitbetaald. Op aandringen van Martinet krijgen de kinderen van de spinschool gods dienstonderwijs van Van den Berg en onderricht in lezen en schrijven van mees ter Te Winkel. De wezen van het Zutphense Armenweeshuis mogen ook rekenen op de steun van Martinet. Kinderen van vreemdelingen of van ouders die geen burgerrecht hebben verkregen, worden niet ondergebracht in het Burgerweeshuis, maar in het vreemde- of armenweeshuis. Dit weeshuis is in 1625 ingericht in het voor malige, uit 1442 daterende Nieuwe of St. Elisabeth Gasthuis aan de Spie gelstraat. Naar het oordeel van Martinet is de inrichting en het bestuur van deze stichting zeer gebrekkig. Reden waarom hij zijn raad en invloed aanwendt om de omstandigheden van 'die ouderlooze kwekelingen' te doen verbeteren. In het bestek van dit artikel kan ik niet alle facetten van Martinets rijkgevulde leven de revue laten passeren. Toch wil ik nog even stilstaan bij zijn laatste om vangrijke werk, het Huisboek voor vaderlandsche huisgezinnendat in 1793 verscheen. Het Huisboek bevat, in de vorm van brieven gericht tot de verschillende ge zinsleden, huwelijksvoorlichting, de gehele kinderverzorging, onderwijsadvie- zen, gedragsregels voor jonge mensen, rechten en plichten voor armen en rij ken, en troostrijke gedachten voor de ouden van dagen. Leidraad hierbij is, dat zoals in de hele schepping de door God gegeven orde moet heersen in ieder huis gezin en in ieders leven. 'Brengt derhalven alles, wat in uwe wooning is, in Or de, bewaart het daarin, en vangt niets aan zonder Ordezij behaagt alle Menschen. Waarom? om dat zij allen Schepsels zijn van den God van Orde, welke hij in derzelver aart gelegd heeft tot de nuttigste einden. Dus zal Orde, gelijk zij alles in de groote Schepping schoon en bevallig maakt, ook het meeste siersel aan uw Huisgezin geeven'. 42

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1987 | | pagina 12