Openbare telefoon
Lang duurt het echter niet of ook voor de ingezetenen van de stad komt de mo
gelijkheid om zich een telefoon aan te schaffen in zicht. De gemeentesecretaris
heeft contacten gelegd met de firma Ribbink, Van Bork Co te Amsterdam.
Deze firma legt zich ondermeer toe op het aanleggen en exploiteren van tele
foonnetten. In verschillende steden heeft de firma Van Bork Co (de
'telefoon-poot' van deze N.V.) concessies ingediend voor het aanleggen en on
derhouden van telefoonnetten. Kennelijk ziet deze firma niet zoveel heil en
brood in de aanvraag van zo'n concessie in Zutphen, want er wordt niet gerea
geerd op het verzoek van de secretaris om een concessieaanvraag in te dienen.
Leeuwarden, Zwolle, Tilburg, Middelburg, Vlissingen en Leiden hebben bij
Van Bork Co de voorkeur. De gemeentesecretaris stuurt hen bericht dat er
in september 1891 een concessieaanvraag is ingediend bij het gemeentebestuur.
Twee maanden daarna reageert men, vanuit Middelburg, waar men druk bezig
is met de aanleg van een net. Van Bork Co vraagt een concessie aan 'op de
gebruikelijke voorwaarden'. Het lijkt erop dat men nauwelijks geïnteresseerd
is in een Zutphense concessie.
Wie zijn degenen die in Zutphen een concessie hebben aangevraagd? Twee
in Zutphen wonende heren: Christiaan Johannes van Bueren en Carel Henny.
Laatstgenoemde is in onze stad geboren. Van Bueren heeft zich hier gevestigd,
komend uit Den Haag in 1891. Uit een vergelijking van de data blijkt dat hij
vrijwel meteen moet zijn begonnen met het aanvragen van een concessie voor
het aanleggen van het telefoonnet. Een beroep heeft hij niet (meer). Hij is dan
60 jaar en heeft gedurende vele jaren in Indië gewoond. Van Bueren woonde
aan de Coehoornsingel, niet ver van Carel Henny, die aan de Rozenhoflaan
woonde.
De concessie wordt door de gemeenteraad niet voetstoots verleend. Er wordt
een raadscommissie in het leven geroepen die de raad van advies moet dienen.
Deze commissie bestaat uit de heren J. G. Klaassen, A. J.Nijman, D.Engel-
berts en D. Albers Wzn. Pas in augustus van het jaar 1892 kan de raad de aan
vraag van Van Bueren en Henny in behandeling nemen. De commissie stelt
voor met deze twee heren in zee te gaan en niet met de firma Van Bork Co.
De raad wil daarover echter niet in eerste instantie beslissen. Eerst dienen de
voorwaarden artikelsgewijs te worden doorgenomen. Bij die bespreking ko
men diverse aangelegenheden naar voren die niet terug te vinden zijn in de
voorwaarden zoals ze uiteindelijk geformuleerd werden. Bijvoorbeeld: een
raadslid vraagt hoe het zit met de geheimhouding van de gesprekken. Daarop
wordt antwoordt gegeven door de commissie, maar geregeld wordt dit niet.
Wie mogen toestellen gebruiken? Alleen de aangeslotenen, of ook hun buren?
De raad vindt dat niet belangrijk.
3
N