J. KREIJENBROEK
PERIKELEN ROND HET 'MARTINETHUIS'
In 1921 wordt er een nieuwe Vakschool voor meisjes gebouwd aan het
Vispoortplein.
Tot dan toe is de school gehuisvest in het z.g. 'Martinethuis' in de Wa
terstraat no 29.
In januari 1921 vraagt het college van burgemeester en wethouders aan het
bestuur van de Geldersche Vereniging voor Kunstnijverheid of het van plan is
het 'Martinethuis' te verkopen. Als dat het geval is dan wil het college graag
als eerste in staat gesteld worden dit pand te kopen. Het bestuur gaat op het
verzoek in. Er worden twee deskundigen benoemd die het pand 'waarderen' op
ƒ11.500,Voor de gemaakte kosten wordt ƒ11,50 per persoon in rekening
gebracht. De raad gaat vervolgens acoord met de aankoop van het huis en de
er achter gelegen grond. Het perceel zal gebruikt worden voor een eventuele uit
breiding van de H.B.S. en voor de bouw van een gymnastieklokaal.
In een brief aan de Commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs
vraagt het college aan welke eisen een gymnastieklokaal voor een H.B.S. moet
voldoen en of dit in het 'Martinethuis' is te verwezenlijken. Uit het antwoord
blijkt dat het pand groot genoeg is, maar dat het onmogelijk is om in het be
staande huis een gymnastieklokaal te maken.
Nu blijkt dat het pand niet direkt nodig is, wordt het verhuurd. Er zijn twee
gegadigden: de N.V. boekbinderij voorheen Fa. C. H. F. Wöhrmann en zonen
uit de Kuiperstraat wil het pand als pakhuis gaan gebruiken; de fa. Joh. G. Se-
nee, Lange Hofstraat 34, specialist in tafels, wil het zowel voor woonhuis als
voor toonkamer gaan gebruiken.
Op 3 april 1922 behandelt de raad een voorstel om het pand, dat voorlopig
niet nodig is voor de uitbreiding van de H.B.S., te verhuren aan de fa. Wöhr
mann voor ƒ750,per jaar.
Een meerderheid van de raad is het niet met het voorstel eens. Het wordt on
verantwoord genoemd dit pand te gaan verhuren als pakhuis als men weet dat
er vijf aanvragen zijn voor bewoning. Per 1 mei a.s. zullen drie van de aanvra
gers met hun gezin zelfs dakloos zijn.
De wethouder vindt het pand ongeschikt voor bewoning. Er zullen grote kos
ten gemaakt moeten worden om het daarvoor geschikt te maken. Hij verwacht
ook dat er onbescheiden eisen gesteld zullen worden nu men weet dat het pand
van de gemeente is.
Verschillende raadsleden zijn het daarmee niet eens. Zij zijn van mening dat
mensen die nu nog met z'n vijven in een krot wonen, dat voor twee personen
23