In de krant van 29 december 1899 staat een artikel waarin wordt meegedeeld
dat sinds de dag ervoor Zutphen is aangesloten op het zo felbegeerde intercom
munale net. Vanuit Zutphen kan nu gemakkelijk gebeld worden met mensen
elders in den lande. Andersom levert dat nog moeilijkheden op omdat de cen
trale van de Z.T.M. dan nog niet is aangesloten: er kan alleen vanuit het tele
graafkantoor worden gebeld. De intercommunale lijn in Zutphen is in handen
van het Rijk. Pas wanneer het stedelijk net is aangesloten zal de Z.T.M. haar
verantwoordelijkheid hiervoor op zich te nemen. Rechts van de ingang is in het
postkantoor een telefooncel. Het tarief dat betaald moet worden voor interlo
kale gesprekken kost één kwartje per drie minuten, bij vooruitbetaling te vol
doen aan het loket. Tussen 12 uur en 14 uur moet dubbel tarief betaald worden.
Wie van de gelegenheid gebruik wil maken moet wel rekening houden met lange
wachttijden. Er zijn vele aanvragen, en het aantal draden naar de verschillende
plaatsen is zeer beperkt.
Met ingang van 24 september 1900 is het leed echter geleden: het net van de
Z.T.M. is aangesloten aan het 'intercommunaal Rijkstelefoonbureel'. Het ste
delijke net wordt ook toegelaten tot verkeer met dezelfde Duitse steden als
waarmee de openbare telefooncel in het postkantoor verbonden is. De conces-
sionarisse (Z.T.M.) vraagt van de aangeslotenen een bijdrage van tien gulden
per jaar bóven de nog steeds geldende jaarlijkse bijdrage van ƒ35,00. Dat
steekt het college. In de in 1892 vastgestelde voorwaarden staat dat Van Bueren
en Henny dit bedrag mogen vragen, maar volgens het college geldt dat nu niet
meer omdat de Z.T.M. dat tientje nu niet doorgeeft aan de Bell Telephoon
Maatschappij, maar in eigen zak steekt. Op 24 september 1900 laat het college
zelfs een advertentie met de volgende inhoud plaatsen op de voorpagina: 'Bur
gemeester en Wethouders van Zutphen geven belanghebbenden in overweging
voorloopig geene contracten te teekenen tot intercommunale aansluiting tegen
betaling van 10, aangezien zij vermeenen dat tegen die heffingen gegronde be
denkingen bestaan.' Omdat het Zutphense net nu valt onder de Rijksregeling,
dient men ook de bepalingen van het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nij
verheid op te volgen. Daarin staat ondermeer dat wél tien gulden geheven mag
worden wanneer bij de aanleg gebruik is gemaakt van dubbele geleiddraden.
Dat is het Ministerie overeengekomen met de Z.T.M., zo deelt men vanuit Den
Haag mee aan het college van Zutphen, dat woedend is en blijft.
Dat laatste in ongetwijfeld tot groot verdriet geweest van de directeur van
de Z.T.M. Hij laat weten dat de maatschappij juist zoveel ongevraagd heeft
geregeld voor de Zutphense bevolking, zoals nachtdiensten (terwijl die nog niet
nodig waren op grond van het contract) en zondagsdienst vanaf het begin van
de opening.
13