Hierna bleef het stil rond de M.N.Z.en in een geschrift van de M.N.Z. uit
19014 stond, dat de afdeling Zutphen was opgeheven. Ondertussen was in
enkele gemeenten de reglementering al afgeschaft en was de prostitutie ver
boden (b.v. Venlo 1890: afschaffing van de reglementering en bordeelverbod,
Nijmegen en Alkmaar in 1893 idem, Amsterdam 1897 idem, Rotterdam 1902
afschaffing van de reglementering en in 1910 bordeelverbod).
In 1906 probeerde de N.V.P. door middel van een grootscheepse handteke-
ningenaktie (ruim 2.000 van de 18.423 inwoners tekenden) de gemeenteraad
van Zutphen ertoe te bewegen de reglementering af te schaffen en de prostitutie
te verbieden. Op advies van B. W. reageerde de gemeenteraad echter afwij
zend op dit verzoek.
In 1909-1910 kwamen twee gemeenteraadsleden (H. G. Binnendijk, A.R., en
A.S. de Blecourt, steun van A.R. en neutralen) opnieuw met het voorstel de
reglementering van de prostitutie af te schaffen. Hun argumenten waren dat
Zutphen op dat moment de enige gemeente was waar de reglementering nog
bestond, en dat bekend was dat er binnen afzienbare tijd een wetsvoorstel in
behandeling zou komen, waarin prostitutie in het hele land verboden zou wor
den. Het waren déze argumenten die voor de Zutphense gemeenteraad de
doorslag gaven, zodat in 1910 de reglementering ook in deze gemeente afge
schaft werd. In 1911 werd prostitutie door de genoemde wet verboden.
Noten
1. Gemeentearchief Zutphen, Inv. nr. 407: ingekomen stukken gemeenteraad 1892 nr. 220 (15
juni).
2. Gemeentearchief Zutphen, Inv. nr. 83: gemeenteraadsnotulen 1892, 4 juli, punt 5.
3. De eigenaar van het bordeel was een zekere Wörtmann. In de geschriften van de M.N.Z. wordt
hij regelmatig genoemd als een grote schurk die zich bezig hield met handel in vrouwen en die
de M.N.Z. zoveel mogelijk tegenwerkte. Hij was ook eigenaar van bordelen in Zwolle en Arn
hem. J. N. van Munster, In een duistere wereld, 1901, p. 50; idem, Met zegen bekroond, 1928,
p. 66.
4. J.N. van Munster, In een duistere wereld, p. 40.
102