4. doordat de M.N.Z. bordeelbezoekers naliep en zedepreken tegen hen af stak; 5. terwijl zolang het bordeel bestond er nooit zoiets als de laatste tijd voor gevallen was, zodat duidelijk was dat het optreden van de M.N.Z. hieraan ten grondslag lag; 6. tijdens de feesten in de laatste jaren de bewoners van de Polsbroek steeds ordelijk en vredelievend geweest waren. De bewoners verzochten de raad daarom aan de bestaande onhoudbare toestand een einde te maken. De notulen van de gemeenteraad waren kort maar krachtig. 'Gelezen een adres van de weduwe Westerveld en andere bewoners van de Polsbroek, hou dende verzoek om maatregelen te nemen, wordt na beraadslaging besloten dat adres ter afdoening te stellen van het hoofd der Politie.'2 Gelukkig werd in de reactie van de Graafschapper (9 juli) meer over het ver loop van het debat in de gemeenteraad geschreven. Gesteld werd dat de M.N.Z. in veel steden, ook in Zutphen, tegenwerking van politie en liberale overheden ondervond. Na bespreking van het adres van de bewoners van de Polsbroek en een beschouwing over de vertegenwoordigers en de arbeid van de M.N.Z. gaf de Zutphense raad de wens te kennen dat de M.N.Z. zou inzien dat haar arbeid was mislukt en dat het hoofd der politie niet genoodzaakt zou zijn handelend op te treden. De Graafschapper vond juist dat de politie de M.N.Z. moest be schermen, in plaats van tegen haar op te treden. Evenin mocht de burgemeester stellen dat de arbeid van de M.N.Z. mislukt was, daar er al verscheidene meis jes waren gered, het bordeelbezoek gering was en, naar aanleiding van het getuigen der Middernachtzendelingen, al enkelen 'van het pad des verderfs' teruggekomen waren. Het raadslid mr. D. Engelberts (A.R., steunde dus het streven van de M.N.Z. en de N.V.P.) was het niet met de burgemeester eens en hoopte dat de M.N.Z. zou bloeien, waarmee hij zich de woede op de hals haalde van Andringa de Kempenaer (vrijzinnig) die de M.N.Z. als hoofdoor zaak van de recente ordeverstoringen beschouwde. Volgens de Graafschapper daarentegen lag de oorzaak van de opstootjes bij de toenmalige bordeelhouder, 'de vreemde Duitscher3, de hoerenwaard, is de enige oorzaak van al de wan ordelijkheden in den laatsten tijd'. Deze stelde alles in het werk om de arbeid van de M.N.Z. te vernietigen, waarbij hij zelfs van omkoperij niet afkerig was. De Graafschapper vond het opmerkelijk dat er nooit opstootjes waren toen zijn voorganger nog werkzaam was, hoewel ook toen de M.N.Z. al actief was. Ook vonden veel opstootjes in de Polsbroek plaats op tijden dat de M.N.Z. in het geheel niet aanwezig was, en dacht de politie vast wel het hare van de 'orde lijke en vredelievende Polsbroekers', die regelmatig bloedige gevechten aangin gen. Het artikel sloot af met de opmerking dat men zich over de houding van de gemeenteraad niet hoefde te verwonderen. Als men immers de prostitutie een noodzakelijk kwaad vond dat door de overheid gesanctioneerd moest wor- 100

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1986 | | pagina 6