maal zo groot als het oude. De kelders steken een flink eind boven het maaiveld uit, zodat de voorkamers van het huis zogeheten opkamers geworden zijn. Het hoogteverschil tussen opkamers en kelders enerzijds en zaal en keuken ander zijds is op een wel heel curieuze manier opgelost. Vanuit de zaal of woonkamer voert een stenen trap naar de kelders, welke trap wordt afgedekt door een uit twee helften bestaand luik. Op dit luik zijn houten traptreden gespijkerd, waar over men de opkamers kan bereiken. Om in de kelders te kunnen komen, moet het luik opengeklapt worden. Oorspronkelijk moet het huis omringd zijn geweest door een gracht, hetgeen bij spiekers trouwens regel was. Wanneer deze gracht is gedempt, valt niet meer na te gaan, maar op de 'Kaart van de Stad Zutphen en Haare Environs' (in 1778 vervaardigd door de ingenieurs Hottinger, Smedeken en Berken) komt hij al niet meer voor. Wel geeft de kaart aan dat het Meyerink een parkaanleg gehad heeft, althans dat een vrij groot oppervlak van de gronden met bomen beplant was. Ook die bomen zijn thans verdwenen. Als aardige bijkomstigheid kan nog vermeld worden dat toen de huidige bewoner graafwerkzaamheden op de plaats van de voormalige gracht liet verrichten - gebleken is dat die gracht met 1 meter Kelderverdieping van het Meyerink. De omtrek van het begane-grondgedeelte van het woonhuis is open getekend. (Tekening J. Harenberg) 75

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 1986 | | pagina 5