F. P. van Triest. De eerste vrouwelijke officieren kwamen in december 1892
naar Zutphen.
Daarnaast stelden ook meerdere Zutphenaren zich beschikbaar voor het
officiersschap. Zij deden dienst zowel in Nederland als in de zendingsgebieden.
Sinds 1 augustus 1986 is de heer R. J. Schurink, voortgekomen uit het Zutphen-
se korps, territoriaal commandant van Nederland.
Zoals gezegd was de eerste legerzaal gevestigd in de Laarstraat. In januari
1909 werd het huidige pand aan het Hagepoortplein gekocht voor ƒ8.900,
Voor de inrichting was een bedrag van ƒ2.900,nodig. Het nieuwe onder
komen werd op 2 mei 1909 door commandant Ridsel geopend. Na de diensten
op zondag 31 december 1972 wordt de zaal aan het Hagepoortplein voor de tijd
van vijf maanden verlaten omdat deze geheel gerestaureerd moet worden. De
Grolsche bierbrouwerij heeft het net leeggekomen 'Hotel de Prins' voor die
tijdsduur gratis beschikbaar gesteld. De officiële opening van de vernieuwde
zaal wordt op 7 juni 1973 verricht door kolonel L. Nijman. De totale kosten
voor de verbouw en de inventaris bedragen 132.000,Er is veel vreugde
over het bereikte, maar er zal nog flink gespaard moeten worden. Men wil
namelijk nog een officierswoning laten bouwen. Ook deze wens gaat enkele
jaren later in vervulling.
De jaardagen van het korps worden steeds dankbaar en feestelijk herdacht.
Dit gebeurde o.a. op 4 oktober 1916. Toen werd het 25-jarig bestaan gevierd
in een prachtig versierde zaal en met een expositie van platen die betrekking
hadden op het Leger des Heils. Het 40-jarig bestaan werd gevierd in 'Zutphens
grijze kathedraal', die tot alle hoeken gevuld was, in het bijzijn van de com
mandant B. Vlas en de burgemeester. In oktober 1941 werd, door de oorlogs
omstandigheden, op bescheiden wijze, het 50-jarig jubileum gevierd. Met een
indrukwekkende dienst werd in oktober 1951 het 60-jarig bestaan herdacht. Op
17 oktober 1981 werd ter gelegenheid van het 90-jarig bestaan een groot jubi
leum muziek- en zangfestival gehouden, waaraan diverse koren en solisten
meewerkten. De muzikale leiding was in handen van kapelmeester Dolf Ruij-
sink. De algehele leiding had lt.-kolonel R. J. Schurink.
In het begin van dit verhaal is gezegd dat men graag voor afwisseling zorgde.
Dit is in de loop der jaren zo gebleven. Ontelbaar zijn de keren dat koren, zang
brigades en muziekkorpsen meewerkten aan de samenkomsten. Daarnaast
werden ook andere mogelijkheden benut. Zo krijgt het korps in maart 1903 be
zoek van enige bekeerde Zoeloes. Zij werken mee aan een bijeenkomst die on
der leiding staat van stafkapitein Jones. Door hen wordt onder meer een dans
opgevoerd. Volgens een verslaggever past de kleding die ze daarbij dragen beter
bij hen dan hun uniform.
89