H. B. DEMOED
In de St. Walburgskerk bevindt zich een herinnering aan Sir Philip Sidney's tij
den, namelijk een in een muur stekende kanonskogel. De kogel is voorzien van
het jaartal 1584. Dat is niet een van de jaren uit de Tachtigjarige Oorlog waar
mee Zutphen doorgaans in de nationale historieschrijving voorkomt. Laten we
die voornaamste gebeurtenissen betreffende Zutphen kort de revue passeren,
dan zien we het volgende:
Na de inname van Den Briel op 1 april 1572 door de Watergeuzen kwam in
hetzelfde jaar ook Zutphen aan de kant van Willem van Oranje, doordat het
veroverd werd door een uit Duitsland afkomstig legertje onder aanvoering van
diens zwager graaf Willem van den Bergh.
Eind 1572 zond Alva een strafexpeditie naar het noorden onder zijn zoon
Don Frederik. Zutphen maakte toen deel uit van de trits uitgemoorde steden:
Mechelen, Zutphen, Naarden. Nadat ook Haarlem nog was ingenomen, kon
bij Alkmaar de victorie beginnen.
In Zutphen verdween enige jaren na 1572 het Spaanse garnizoen en de stad
kon zich in 1580 aan de kant van de prins scharen door aansluiting bij de Unie
van Utrecht.
Een volgende inname geschiedde in 1583 door een verrassingsactie van de
Spanjaarden; de definitieve overgang naar de Staatse kant kwam door de vero
vering van de stad door prins Maurits in 1591.
Terug naar de jaren tachtig, de tijd waarin zowel onze kogel in de muur werd
geschoten, als Leicester, met in zijn gevolg Sir Philip Sidney, in deze streken
opereerde. In de nacht van 22 september 1583 had zich een afdeling van de
Spanjaarden verscholen in het bolwerk vóór de Nieuwstadspoort en kon zich
in de ochtend, bij het openen van de poort, meester maken van de stad.2 Dat
was een slag voor de Prinsgezinden, die als antwoord in het najaar van 1583
een grote schans aanlegden aan de overkant van de IJssel, 'op de Veluwe,
tegenover Zutphen,3 volgens Van Til gelegen vóór de IJsselbrug.4 Deze schans
moest echter weldra door de hoge IJsselstand weer aan de Spanjaarden worden
afgestaan.
In mei 1584 werd de schans door Staatse troepen belegerd en ingesloten,
omdat de Spanjaarden daarvandaan voortdurend plundertochten op de
Veluwe ondernamen.
Het is niet ondenkbaar dat de kogel bij die belegering naar de stad geschoten
64
IN ZUTPHEN GING DE KOGEL
NIET DOOR DE KERK1