3. In het pand Zaadmarkt 91 is nu gevestigd de Raad voor de Kinderbescherming.
4. Zie de edities van de Zutphensche Courant in de week van 23 januari 1915, waarin veelvuldig
naar aanleiding van Wennips' dood op diens maatschappelijke betekenis wordt ingegaan.
5. Een lijst van contribuanten in Archief van de Gemeente Zutphen 1816-1919, inventarisnummer
570, briefnummer 1934. Onder dit inventarisnummer/briefnummer bevindt zich de gehele cor
respondentie tussen comité en burgemeester en wethouders.
6. Zie J. Kreijenbroek, 'De Fontein op het Stationsplein, alias Manus', Oucl-Zutphen 4 (1985)
34-36.
7. R. W.Tadama, Geschiedenis der stad Zutphen (Arnhem/Zutphen, 1856) 299, maakt melding
van het feit dat in 1795 de sterfte onder de te Zutphen gelegerde Engelsen groot was; 'tot hunnen
begraafplaats werd een der contrescarpen bestemd, die sedert dien tijd den naam van het Engel-
sche kerkhof bleef dragen'.
8. Het is niet duidelijk waarom het comité Huizinga voor deze gelegenheid heeft uitgenodigd. Uit
Huizinga's bibliografie blijkt nog niet (tot 1913) een speciale belangstelling voor het onderwerp.
Wellicht is er sprake geweest van persoonlijke contacten tussen comité- of ere-comitéleden en
Huizinga (de Leidse professor P. J. Blok was lid van het ere-comité).
De onthulling van het Sidney-monument op 2 juli 1912 (de spreker is waarschijnlijk Sir Alan
Johnstone, de Britse gezant in Nederland).
63